4 Aansluiting van de leidingen
Algemeen
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
Er moeten interne steunbussen worden toegepast
wanneer een kunststof of roodkoperen leiding wordt
gebruikt. De boiler moet voorzien worden van de be-
nodigde kleppen, zoals een veiligheidsklep, afsluiter
en terugslagklep. Er moet vanaf de veiligheidsklep naar
een geschikte afvoer een overloopleiding worden ge-
monteerd. De overloopleiding moet dezelfde grootte
hebben als de veiligheidsklep. Leid de overloopleiding
vanaf de bijgesloten veiligheidsklep over de gehele
lengte en zorg ervoor dat deze vorstbestendig is. De
mond van de overloopleiding moet zichtbaar zijn en
mag niet te dicht bij elektrische componenten worden
geplaatst.
Afmetingen en waterzijdige
aansluitingen
Aansluiting
XL3 Koud water Ø
XL4 Warmtapwater Ø
XL36 Aanvoerleiding Ø
8
Hoofdstuk 4 |
Aansluiting van de leidingen
mm
28
mm
22
mm
22
55
VPD 150, 300