De bestaande beugel
verwijderen
1.
Verwijder de borgpen en de gaffelpen waarmee
de bestaande beugel en de onderkant van de
vergrendeling bevestigd zijn. Gooi de pennen
weg
(Figuur
1).
2.
Verwijder de bevestigingen waarmee de beugel
op het werktuig is gemonteerd en gooi ze weg
(Figuur
2). Gooi de beugel weg.
1. Bevestigingsbout
2. Ring
3. Bestaande beugel
De trekstang op de
werktuigkoppeling
monteren
1.
Lijn een aanslagplaat uit aan de rechterzijde
van de werktuigkoppeling en monteer een
gaffelpen en ring in de onderste opening van de
aanslagplaat en de werktuigkoppeling, door de
vergrendeling
(Figuur
Figuur 1
Figuur 2
4. Ringen
5. Moeren
3).
g019966
1. Gaffelpen
2. Ring
3. Aanslagplaat
2.
Schuif de gaffelpen door de linkerkant van de
werktuigkoppeling en door de onderste opening
in de andere aanslagplaat
3.
Schuif een ring op de gaffelpen en bevestig met
een borgpen. Buig de uiteinden van de borgpen
om de ring te borgen
4.
Monteer een bout (½" x 5½") door de
aanslagplaten, de werktuigkoppeling, 2
afstandsstukken en de trekstang zoals getoond
in
Figuur
g019967
1. Bout (½" x 5½")
2. Gaffelpen
3. Ring
5.
Bevestig de bout met een borgmoer (½") en
draai de borgmoer vast met een torsie van 91
tot 113 Nm; raadpleeg
2
Figuur 3
4. Werktuigkoppeling
5. Vergrendeling
6. Borgpen
(Figuur
(Figuur
3).
4.
Figuur 4
4. Afstandsstukken
5. Borgpen
6. Borgmoer (½")
Figuur
4.
g265963
3).
g265961