6. Inspectie & Onderhoud
6.1. Inspectie
De correcte werking van het ventilatiesysteem, het
vermogen en de levensduur kunnen alleen worden
gegarandeerd als het systeem volgens de onderstaande
voorschriften wordt geïnspecteerd en onderhouden. Deze
voorschriften zijn gebaseerd op normale
bedrijfsomstandigheden.
ä
Let op!
Wanneer het ventilatiesysteem functioneert onder
zware bedrijfsomstandigheden of in een extra
vervuilde omgeving kan extra onderhoud noodzakelijk
zijn.
34
6.1.1. Inspectie ventilatie-unit
De ventilatie-unit moet te allen tijde bereikbaar blijven
voor onderhoud. De ventilatie-unit behoeft weinig
onderhoud. Reinig de kunststof buitenzijde van de unit
periodiek met een licht vochtige doek.
a)
Inspecteer de unit regelmatig op afwijkende
geluiden.
b)
Controleer regelmatig of de unit reageert op de
handbedieningen.
c)
Controleer regelmatig of de unit reageert op de RV-
sensor.
d)
Controleer regelmatig of de unit reageert op de
aangesloten sensoren.
e)
Inspecteer de ventilator jaarlijks.
f)
Neem contact op met een installateur indien het
toestel afwijkende geluiden produceert, niet meer
reageert of wanneer bij inspectie reinigen
noodzakelijk blijkt. Het reinigen van de waaier mag
alleen uitgevoerd worden door een installateur.