14
9 Dagelijks gebruik
9.1 Het wasgoed voorbereiden
• Sluit alle ritsen.
• Sluit de sluitingen van de dekbedden.
• Laat geen veters of koorden loszitten (zoals koorden van schorten). Bind deze vast voordat u een programma
start.
• Verwijder alle voorwerpen uit de zakken.
• Als een kledingstuk een katoenen binnenlaag heeft, keer het dan binnenstebuiten. Zorg ervoor dat de katoenen
laag altijd aan de buitenkant zit.
• We raden aan het juiste programma in te stellen voor de textielsoort die in het apparaat zit.
• Stop geen stoffen met donkere kleuren bij stoffen met lichte kleuren. Donkere kleuren kunnen afgeven.
• Gebruik een geschikt programma voor katoenjersey en gebreide stoffen om te voorkomen dat de kledingstukken
krimpen.
• Zorg ervoor dat het wasgoed het maximale gewicht zoals vermeld in de programmatabel niet overschrijdt.
• Droog alleen wasgoed dat geschikt is voor de droogtrommel. Raadpleeg de wasvoorschriften op de wasetiketten.
• Droog geen grote en kleine artikelen bij elkaar. De kleine artikelen kunnen in de grote artikelen terecht komen en
nat blijven.
Let op:
Vaak worden de kledingstukken na de wascyclus samengebundeld en raken ze in elkaar verstrengeld. Sa-
mengebundelde en verstrengelde kledingstukken drogen is niet efficiënt. Om een goede luchtstroom en ge-
lijkmatige droogprestaties te garanderen, wordt aanbevolen om de kledingstukken van de lading één voor
één te schudden en in de droogtrommel te laden.
Wasetiket
Beschrijving
Wasgoed is geschikt voor trommeldrogen.
Wasgoed is geschikt voor trommeldrogen op hogere temperaturen.
Wasgoed is alleen geschikt voor trommeldrogen op lage temperaturen.
Wasgoed is niet geschikt voor trommeldrogen.
9.2 Inladen van het wasgoed
Zorg ervoor dat het wasgoed niet tussen de deur van het apparaat en de rubber afdichting vast komt te zitten.
1. Open de deur van het apparaat.
2. Laad het wasgoed losjes in.
3. Sluit de deur van het apparaat.
9.3 Het apparaat starten
Start het apparaat als volgt:
• Druk op de toets AAN/UIT. Als het apparaat aanstaat, worden bepaalde indicaties op het display weergegeven.
9.4 De functie Auto Off (Automatisch uit)
Om het energieverbruik te verminderen, schakelt de functie Auto Off (Automatisch uit) het apparaat automatisch uit:
• Als de toets Start/Pauze niet binnen 5 minuten wordt ingedrukt.
• 5 minuten na het eind van een cyclus.
Druk op de toets AAN/UIT om het apparaat aan te zetten.
Als het apparaat aanstaat, worden bepaalde indicaties op het display weergegeven.
Gebruikshandleiding
Pas op