Selecteer met een druk op v/V een
4
bestemmingsmap en druk op
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk op
5
(ENTER).
De afbeelding wordt opgeslagen.
Druk, wanneer het bevestigingsscherm
6
verschijnt nadat u de afbeelding hebt
opgeslagen, op
Tip
Als u de vergrote afbeelding verplaatst met
en drukt op MENU in stap 1, wordt de afbeelding
verkleind naar de weergegeven grootte en
opgeslagen.
Opmerkingen
• U kunt alleen JPEG-bestanden overschrijven
(extensie JPG).
• Wanneer u een afbeelding vergroot, kan dat,
afhankelijk van de grootte van de afbeelding, ten
koste gaan van de kwaliteit.
Een afbeelding draaien
U kunt een afbeelding draaien in de stand
Weergave één enkele afbeelding.
Bedienen in het menu van de
fotolijst
1
Druk op MENU in de stand Één afb.
tonen.
2
Druk op B/b en selecteer het
tabblad
(Bewerken).
3
Druk op v/V, selecteer [Roteren] en
druk daarna op
NL
30
(ENTER).
(ENTER).
B
/b/v/V
(ENTER).
4
Druk op v/V om het patroon te
selecteren dat u wilt draaien en
vervolgens op
• Roteren 90°: Draait de afbeelding 90
graden naar rechts.
• Roteren 180°: Slaat de afbeelding naar
boven of naar beneden om.
• Roteren 270°: Draait de afbeelding 90
graden naar links.
Tips
• U kunt ook een afbeelding draaien met
(ROTATE) op de afstandsbediening. De afbeelding
draait steeds wanneer u op de toets drukt 90 graden
naar links.
• Voor een afbeelding in het interne geheugen
worden de gegevens over de beeldrotatie ook
bewaard als de fotolijst wordt uitgezet.
• U kunt de afbeelding van de indexafbeeldingen
draaien.
(ENTER).