Handleiding Series TT-4000
De status Niet actief zal veranderen naar Actief, de stroom simulatie is geactiveerd voor
de gekozen stap. Nogmaals drukken op de knop zal de simulatie uitschakelen. De stroom
simulatie wordt automatisch onderbroken als het menu wordt verlaten.
6.12 BURST MODE (Alleen met HART® uitgang)
De transmitter (Indien HART® uitgang aanwezig) kan ingesteld worden
voor Burst mode, het continu uitzenden van HART® berichten.
1. Druk op de bedieningsknop en navigeer met behulp van de knop naar programmapunt
P115 – Burst mode
2. Druk vervolgens op de bedieningsknop om dit menu te kiezen.
De keuze Message verschijnt op het scherm.
3. Druk vervolgens op de bedieningsknop om dit menu te kiezen.
4. Er verschijnen drie keuzes op het scherm: "0", "1" en "2"
5. Met deze keuzes kunnen 3 verschillende type burst berichten geconfigureerd worden.
6. Maak een keuze, en bevestig de door de knop in te drukken.
7. Er verschijnen vier keuzes op het scherm: Mode Cntrl, Cmd number, Period en Trigger Met
deze 4 keuzes kunnen de afzonderlijke burst messages (0,1 en 2) geconfigureerd worden.
8. Selecteer Mode Cntrl, en bevestig de keuze met de bedieningsknop.
Er verschijnen twee keuzes op het scherm: "On" en "Off"
Kies On om burst mode aan te zetten.
Kies Off om burst mode uit te zetten.
Bevestig de keuze door de bedieningsknop in te drukken.
9. Selecteer Cmd number, en bevestig de keuze met de bedieningsknop.
Er verschijnen vijf keuzes op het scherm:
Cmd 01 = PRIMARY VARIABLE
Cmd 02 = CURRENT AND PERCENT OF RANGE
Cmd 03 = DYNAMIC VARIABLES AND CURRENT
Cmd 09 = DEVICE VARIABLES WITH STATUS
Cmd 48 = ADDITIONAL TRANSMITTER STATUS
Bevestig de gewenste keuze door de bedieningsknop in te drukken.
10. Selecteer Period, en bestig de keuze met de bedieningsknop.
Er verschijnen twee keuzes op het scherm: "Max Time" en "Min Time"
Selecteer Max Time om de maximale tijd in te stellen voor het versturen van het
bericht. Deze waarde is in te stellen van 0,5 tot 3600 seconden.
Selecteer Min Time om de minimale tijd in te stellen voor het versturen van het
bericht. Deze waarde is in te stellen van 0,5 tot 3600 seconden.
Sla de keuze op de bedieningsknop in te drukken
11. Selecteer Trigger en bevestig de keuze door de bedieningsknop in te drukken.
12. Er verschijnen vier keuzes op het scherm:
Continuous
=
Windowed
=
Rising
=
Falling
=
On-Change
=
Maak een keuze voor de gewenste burst mode, en stel de gewenste paramaters hiervoor in.
NL-TT4000/05-2021/04
Het burst bericht wordt continu verstuurd.
Het burst bericht wordt verstuurd wanneer gemeten waarde afwijkt
van de vooraf ingestelde (trigger) waarde.
Het burst bericht wordt verstuurd wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de vooraf ingestelde (trigger) waarde.
Het burst bericht wordt verstuurd wanneer de gemeten waarde
lager is dan de vooraf ingestelde (trigger) waarde.
Het burst bericht wordt verstuurd wanneer de gemeten waarde
afwijkt dan de vooraf ingestelde (trigger) waarde.
Pagina 16