7.
8. (a)
8. (b)
7. Minuten van de besproeiingsduur met de ▲-toets instellen
1 1 0 0
(bijv.
minuten) en met de O.K.-toets bevestigen.
Besproeiingscyclus ■ 3
8. (a) Besproeiingscyclus met de ▲-toets kiezen (bijv. ■ 2
en met de O.K.-toets bevestigen.
nd
rd
(2
/ 3
: besproeiing om de 2 / 3 dagen)
Het display springt terug naar stap 3 en de volgende
programmageheugenplaats knippert.
– of –
8. (b) Besproeiingsdagen steeds met de ▲-toets kiezen
(bijv. ■ Mo, ■ Fr maandag en vrijdag) en met de O.K.-toets
bevestigen. ▲-toets zo vaak indrukken tot de ■ boven Su
verdwijnt.
Het display springt terug naar stap 3 en de volgende
programmageheugenplaats knippert.
V Als elke dag besproeid moet worden, elke dag achter
elkaar met de O.K.-toets bevestigen.
Als het programma op de programmageheugenplaats 6 is gezet
springt het display op de weergave % Run-Time / Prog. Off.
rd
knippert in het display.
nd
)
99