Problemen oplossen
Het beeld is uitgerekt:
❏ Druk een of meerdere keren op de knop Picture mode op de projector
of de afstandsbediening en controleer of u met een van de beeldmodi het
juiste beeldformaat kunt instellen.
❏ Druk op de knop Menu en kies achtereenvolgens Beeld > Beeldmodus
aanpassen > Spreiden. Probeer de verschillende instellingen.
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Beeld >
Vorminstellingen en stel Breedbeeldinvoer in op Ja als het
bronapparaat een breedbeeldsignaal verzendt. Kies anders Nee.
De geprojecteerde kleuren wijken iets af:
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Beeld >
Kleurinstellingen en pas de kleurinstellingen naar wens aan.
❏ Druk op de knop Menu en kies achtereenvolgens Beeld >
Kleurinstellingen > Kleurenprofiel. Probeer de verschillende
instellingen.
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Help > Diagnose en voer
de kleurentest uit.
De geprojecteerde kleuren wijken volledig af:
❏ Controleer of de pinnen van de kabelstekker niet zijn gebogen of
afgebroken.
❏ Druk op dek nop Menu en kies achtereenvolgens Beeld >
Kleurinstellingen> Kleurenprofiel. Probeer de verschillende
instellingen.
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Help > Diagnose
en voer de kleurentest uit.
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Beeld >
Kleurinstellingen > Kleurinstellingen terugzetten en druk op OK.
❏ Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Instellingen >
Alle instellingen terugzetten en druk op OK.
Het beeld is niet helder (beeldschaduw, strepen, slechte kwaliteit):
❏ Controleer of de gebruikte videokabel een coaxkabel van 75 Ohm is.
Elke andere kabel of afwijkende impedantie kan de beeldkwaliteit
nadelig beïnvloeden.
❏ De videokabel tussen de videobron en de projector moet eigenlijk van een
betere kwaliteit zijn, met name als de kabel langer dan 3 m is. Bij langere
afstanden kunt u het beste kabels met een laag gegevensverlies gebruiken
om verslechtering of verlies van het beeld te voorkomen.
58
gebruikershandleiding