6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inbedrijfname - medium
Inbedrijfname - Inregeling
26
volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters. De
procedure wordt hierna beschreven.
Ieder product heeft een ander reflectiegedrag. Bij vloeistoffen komen
daar onrustige oppervlakken en schuimvorming als storende factoren
bij. Bij stortgoed is dit de stofontwikkeling, het talud en extra echo's
door de tankwand.
Om de sensor aan deze verschillende meetomstandigheden aan te
passen, moet in dit menupunt eerst de keuze "vloeistof" of "stortgoed"
worden gemaakt.
Door deze instelling wordt de sensor optimaal op het product
aangepast en wordt de meetzekerheid vooral bij media met slechte
reflecterende eigenschappen duidelijk verbeterd.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Omdat de radarsensor een afstandsmeetinstrument is, wordt de
afstand van de sensor tot het productoppervlak gemeten. Om de
eigenlijke producthoogte weer te kunnen geven, moet de gemeten
afstand aan de procentuele hoogte worden toegekend.
Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij volle en
lege tankingevoerdd. Bij instrumenten met standpijpantenne zijn deze
waarden af fabriek vooringesteld, zie het volgende voorbeeld:
VEGAPULS 62 • Foundation Fieldbus