Gebruik
Claxon
De claxon bevindt zich aan de achterzijde van
de bedieningseenheid.
Deze wordt gebruikt:
• Op onoverzichtelijke plaatsen
• Bij kruisingen
• In geval van onmiddellijk gevaar
– Druk op de knop (1) op de bedieningseen-
heid.
De claxon klinkt.
Rijprogramma
Het indicatielampje (1) brandt tijdens het
gebruik van de machine. De toestand van
het indicatielampje geeft het geselecteerde
programma aan.
De machine is uitgerust met drie verschillende
rijprogramma's:
• Haasmodus (3)
• BlueQ-modus (4)
• Schildpadmodus (2)
OPMERKING
Wanneer de bestuurder de machine opnieuw
start, wordt automatisch de laatst geselecte-
erde modus geactiveerd.
OPMERKING
Het rijprogramma wordt onmiddellijk gewij-
zigd. Als de bestuurder de modus tijdens het
rijden wijzigt, moet hij alert blijven.
Haasmodus
Als de haasmodus op het scherm is gese-
lecteerd, werkt de machine op het hoogste
prestatieniveau.
11648011559 NL - 06/2018
4
Rijden
51