Gebruik
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
Starten
OPMERKING
Controleer voordat u de machine start of er
geen bedieningselementen zijn geactiveerd.
– Controleer of de batterij is aangesloten en
vergrendeld en of de deur goed is gesloten.
– Stap op de machine.
– Verstel de stoel.
– Zet de noodstopschakelaar (1) uit als deze
is ingedrukt.
– Trap op het dodemanspedaal.
– Draai de contactsleutel (2). Voer de 5-cijfe-
rige pincode in om de machine te starten bij
modellen uitgerust met een elektronische
sleutel.
Het display (3) licht op. De machine is nu
gereed voor gebruik.
Nooduitschakeling controleren
Ga als volgt te werk om de werking van de
noodstopschakelaar te controleren:
– Druk op de noodstopschakelaar (1).
De voeding van de machine wordt onderbro-
ken. De elektrische regelsystemen en moto-
ren worden niet meer van stroom voorzien. De
elektromagnetische rem wordt ingeschakeld.
– Trek de noodstopschakelaar (1) uit. Voer
de code in of draai de contactsleutel.
De functies zijn weer beschikbaar.
OPMERKING
Controleer of de stabilisatorwielen goed
werken. Dit is van invloed op de remwerking.
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
11648011559 NL - 06/2018
4
35