DEEL 3. NAAIEN, DE BASIS
Rechte steek
Stekenselectieknop:
A,B~E,F
Bovendraadspanning: 2 tot 6
LET OP:
De steeklengte van A, D en F is hetzelfde.
A is de rechter naaldpositie, B~E is de middelste
naaldpositie, F is de linker naaldpositie.
Beginnen met naaien
Breng de naaivoet omhoog en leg de stof op de
naaldplaat.
Breng de naald omlaag op het punt waarop u wilt
beginnen.
Breng de naaivoet omlaag en trek de draden naar
achteren.
Druk het voetpedaal in. Leid de stof voorzichtig,
laat de machine de stof transporteren.
Een naad vastzetten
Om het begin van een naad vast te zetten, duwt u
de achteruitnaaihendel in en naait u eerst enkele
steken achteruit.
Daarna naait u vooruit.
Stoppen met naaien
Om het uiteinde van een naad vast te zetten,
duwt u de achteruitnaaihendel in en naait u
enkele steken achteruit.
Breng de naaivoet omhoog.
Haal de stof weg en knip de draden af.
13