Download Print deze pagina

dixell XR10CX Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 3

Voor koeling of verwarming

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
rEL Software release enkel lezen voor intern gebruik.
Ptb Parameter table code: enkel lezen voor intern gebruik.
8. DIGITALE INGANG (BESCHIKBAAR WANNEER P3P = N)
De spanningsloze digitale ingang is vrij programmeerbaar met de parameter "i1F".
8.1 INGANG DEURCONTACT (i1F = dor)
Via deze ingang wordt de toestand van de deur doorgegeven naar de regelaar. Door de "odc"
parameter kan ingegeven worden hoe de relais dienen te reageren:
No= normaal verder werken
Fan = geen invloed
CPr of F_C = compressor gestopt
Na een vertraging (ingesteld via "did") zal de alarmuitgang geactiveerd worden, de boodschap "dA" op
het scherm en de regeling al dan niet herstarten afhankelijk van de prameter "rtr". Het alarm stopt
zodra de digitale ingang niet meer geactiveerd is. De alarmen hoge en lage temperatuur zijn
uitgeschakeld zolang de deur open is.
8.2 GENERIC ALARM (i1F = EAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "EAL" wordt weergegeven. De uitgangen blijven ongewijzigd, en het alarm stopt zodra de
ingang niet meer geactiveerd is.
8.3 SERIEUS ALARM (i1F = bAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "CA" wordt weergegeven. De uitgangen worden uitgeschakeld, en het stopt zodra de
ingang niet meer geactiveerd is.
8.4 PRESSOSTAAT (i1F = PAL)
Als gedurende de tijd "did" het aantal schakelingen zoals ingesteld in "nPS" bereikt zijn, zal het "CA"
alarm geactiveerd worden. De uitgangen worden uitgeschakeld en de regeling geblokkeerd. Het alarm
kan gereset worden door de regelaar in en uit standby te zetten of door voedingsspanning evenuit te
schakelen. De compressor wordt telkens uitgeschakeld als de digitale ingang actief is en start terug op
als de digitale ingang niet meer actief is en de anti-pendelvertraging is verlopen.
8.5 INVERTERING VAN DE ACTIE: VERWARMEN-KOELEN (i1F = Htr)
Via deze weg is het mogelijk om de werking te inverteren van koeling naar verwarming, en
omgekeerd.
8.6 ENERGY SAVING (i1F = ES)
Via de instelling van de digitale ingang als Energy Saving is het mogelijk via een extern contact een
verhoging of verlaging van het setpunt met een waarde HES te verkrijgen
8.7 POLARITEIT VAN DE DIGITALE INGANG
De polariteit van de digitale ingang is afhankelijk van de parameter "I1P" :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten.
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen
9. TTL SERIELE POORT – VOOR BEHEERSSYSTEMEN
De TTL seriële poort laat toe via een externe converter TTL/RS485, XJ485-CX, rechtstreekse RS485
te verkrijgen voor aansluiting op een ModBUS-RTU compatibel systeem zoals X-WEB500/3000/300.
10. X-REP UITGANG – OPTIONNEEL
de
Als optie kan een X-REP (2
uitlezig op afstand) aangesloten worden via een Hotkey TTL connector
op het toestel. Deze optie sluit wel een seriële communicatie voor beheerssysteem, en gebruik van
de
een 4
sonde uit.
11. INSTALLATIE EN MONTAGE
De XR10CX is bestemd voor paneelmontage en kan in een
opening van 29x71 mm gemonteerd worden dmv de meegeleverde
bevestigingsbeugels.
De ambiente temperatuur moet voor een correcte werking tussen 0
en 60°C liggen. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is
aan sterke vibraties, corrosieve gassen of hoge vochtigheid. Laat
lucht circuleren rond de koelroosters.
12. ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
De toestellen worden geleverd met een schroefklemmenblok voor kabels tot 2,5 mm
kabels aansluit dient u na te gaan of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de
goede werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden
worden van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale
ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit
niet, dan dient afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
Respecteer de max. toegelaten stromen door de relais van de toestellen, bij zwaardere belastingen
dient een extern relais gebruikt te worden
12.1 SONDE AANSLUITING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de
sondes te vermijden. Het wordt aangeraden om de ruimtetemperatuur sonde niet in de luchtstroom
van de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur
verkregen wordt. Plaats indien noodzakelijk de eindedooisonde tussen de verdamper vinnen op de
koudste plaats, waar het meeste ijsvorming is, weg van de verwarmingselementen of de warmste
plaats tijdens ontdooiing om een te vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.
XR10CX.doc
Installatie en gebruikers handleiding
Om een X-REP toestel te verbinden met de
regelaar kan één van de volgende connectors
gebruikt worden. CAB-51F(1m), CAB-
52F(2m), CAB-55F(5m),
2
. Vooraleer u de
13. GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL
13.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOT KEY")
1.
Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
Als het toestel AAN is steekt u de "Hot key" in de TTL poort en drukt u op de è toets; het "uL"
2.
bericht verschijnt., gevolgd door "End".
3.
Druk de "SET" toets om het knipperende bericht "End" te verwijderen.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", en schakel dan het toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"end "voor juiste programmering, en "Err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk deo
toets in als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet geprogrammeerde "Hot key".
13.2 DOWNLOAD (VAN DE "HOT KEY" NAAR HET TOESTEL
1.
Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde "Hot Key" in de TTL poort, schakel de
regelaar dan AAN.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het
"DoL" bericht knippert, gevolgd door "End".
3.
Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4.
Verwijder de Hot Key".
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"End " voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw op met de nieuwe programmering.
"Err" voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan terug aan als u het
downloaden opnieuw wilt poberen of verwijdert u de "Hot key" om de bewerking te onderbreken
14. ALARMSIGNALEN
Label
Oorzaak
"P1"
Defect ruimtesonde
"P3"
Defect 3
de
sonde
de
"P4"
Defect 4
sonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"HA2"
Condensor hoge temp alarm
"LA2"
Condensor lage temp alarm
"dA"
Open deur alarm (i1F=dor)
"EA"
Externl alarm (i1F=EAL)
"CA"
Serieus extern alarm (i1F=bAL)
"CA"
Pressostaat alarm (i1F=PAL)
14.1 ALARM HERSTEL
Sonde alarms P1", "P3" en "P4" start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt
automatisch als het probleem opgelost is. Controleer de connecties vooraleer de sonde te vervangen.
Temperatuur alarmen "HA", "LA" "HA2" en "LA2" stopt automatisch vanaf de temperatuur weer in het
normale bereik is.
Alarmen "EA" en "CA" (met i1F=bAL) worden herstelt vanaf wanneer de digitale ingang niet meer
actief is.
Alarm "CA" (met i1F=PAL) wordt herstelft nadat het toestel af en terug aan gezet wordt. (of standby).
14.2 ANDERE BOODSCHAPPEN
Pon
Toetsenbord gedeblokkeerd
PoF
Toetsenbord geblokkeerd
noP
In programmerings mode: geen parameters aanwezig in Pr1
Op het display of in dP3, dP4: de door u geselecteerde sonde ter weergave is niet actief.
noA
Geen alarm opgeslagen.
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Behuizing: zelfdovend ABS; front 32x74 mm; diepte 60mm;
Montage: paneelmontage in een 71x29 mm uitsnijding
Bescherming: IP20.
Beschermingsklasse front: IP65
Verbindingen: schroefklemmenblok voor draden ≤ 2,5 mm
Voeding: Afhankelijk van het model12Vac/dc, ±10%; 24Vac/dc, ±10%; 230Vac ±10%, 50/60Hz,
110Vac ±10%, 50/60Hz
Opgenomen vermogen: 3VA max.
Display: 2 digits, rode LED, 14,2 mm hoog
Ingangen: tot 3 NTC sondes
Digitale ingangen: spanningsloos
Relay uitgangen:
compressor SPST 8(3) A, 250Vac; SPST 16(6)A 250Vac or 20(8)A 250Vac
Gegevensopslag: niet volatiel geheugen (EEPROM).
Soort actie: 1B.
Pollutiegraad: 2
Software klasse: A.
Rated impulsive voltage: 2500V
Categorie overspanning: II
Werkingstemperatuur: 0÷60 °C.
Opslagtemperatuur: -30÷85 °C.
Relatieve vochtigheid: 20÷85% (niet condenserend)
Meet- en regelbereik : NTC probe: -40÷110°C (-58÷230°F); PTC probe: -50÷150°C (-58÷302°F)
Resolutie: 0,1 °C of 1°C of 1°F (instelbaar)
Nauwkeurigheid (ambiente temp. 25°C): ±0,7 °C ±1 digit
16. CONNECTIES
Een toestel met de optie X-REP (toetsenbord) sluit TTL uitgang voor RS485 of 4
aansluiting is mogelijk op de toestellen met volgende code:
XR10CX- xx2xx, XR10CX –xx3xx;
Uniechemie
Uitgangen
Compressor uitgang volgens"Con" en "COF"
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Afhankelijk van parameter "Ac2"
Afhankelijk van parameter "bLL"
Comp en/of vent herstarten afhankelijk van "rrd"
Uitgangen onverandert
Uitgangen uitgeschakeld
Uitgangen uitgeschakeld
2
.
de
sonde uit. X-REP is
BV
o
o o
3/4

Advertenties

loading