Advertenties
Voor ruimtetemperatuurvoeler gebruiken
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of de ruimtetemperatuur door de interne sensor van het
apparaat of door een externe KNX-temperatuursensor wordt gemeten.
De externe sensor moet via een groepsadres worden toegewezen.
Afstellingswaarde voor temperatuurmeting (x 0,1K) [K]
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd met welke waarde de gemeten temperatuur verhoogd
of verlaagd wordt. Deze afstellingswaarde zorgt ervoor dat de correcte temperatuur
weergegeven en eventueel naar andere apparaten doorgestuurd wordt. Afstelling is
bijvoorbeeld nodig als aangrenzende warmtebronnen het meetresultaat vervalsen.
Invoer:
1. In het invoerveld klikken en een afstellingswaarde (in Kelvin) invoeren.
Of:
1. Op de pijlen klikken.
Interne sensortemperatuur verzenden
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of en wanneer de temperatuurwaarde van de interne
sensor wordt doorgestuurd naar andere apparaten.
Cyclustijd voor automatisch verzenden van interne sensortemperatuur [sec.]
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd met welke tussenpozen de temperatuurwaarde van de
interne sensor wordt doorgestuurd naar andere apparaten.
Producthandboek 2CKA002273B9263
Interne sensor
Externe sensor
Instelmogelijkheid -127 ... +127 K
Opmerking
De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Voor
ruimtetemperatuurvoeler gebruiken" op "Interne sensor" ingesteld is.
Niet verzenden
Bij verandering
Cyclisch
Bij verandering en cyclisch
Instelmogelijkheid 5 ... 3600 sec
Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5)
│54
Advertenties
