15.20
Toepassing 'logische functies'
15.20.1 Kanaal x — toepassing
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd welke logische functie wordt toegewezen aan kanaal x.
Afhankelijk van de selectie verschijnen individuele parameters voor de logische functie.
–
Inactief: De logische functies zijn niet actief. Geen extra parameters beschikbaar.
–
Logische poort: Als de functie met AND, OR, NAND, NOR, XOR of XNOR wordt vastgelegd,
kunnen per logische functie tot tien ingangscommunicatieobjecten worden vrijgegeven. De
grootte van de ingangen kan ofwel met 1 bit of met 1 byte worden aangegeven. Bij
ontvangst van een nieuw telegram aan de ingang worden deze volgens de geselecteerde
functie geschakeld. Bovendien kunnen de ingangen individueel omgekeerd worden.
Iedere functie heeft een uitgangsobject waarnaar het aan de hand van de ingangen
bepaalde resultaat wordt verzonden. Het uitgangsobject kan afhankelijk van de
parameterring 1 bit of ook 1 byte groot zijn. De voorgeschreven waarde die bij een positief
resultaat moet worden verzonden kan worden ingesteld.
De volgende parameters verschijnen:
Kanaalnaam:
Opties:
Naam van kanaal. De naam mag maximaal 30 tekens lang zijn.
Logische functie:
Opties:
Met parameter wordt vastgelegd met welke logische poort de communicatieobjecten worden
verbonden. Zie toelichting boven.
Aantal ingangsobjecten:
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld hoeveel ingangsobjecten in de logische functie moeten
worden verknoop. Zie toelichting boven.
Producthandboek 2CKA002273B9263
Parameters voor bedieningselementen en toepassingen
Niet actief
Logische poort
Multiplexer
Vermenigvuldiger
Poort
Temperatuurvergelijker
Toestandconvertor
Tijdfunctie
<Naam>
AND
OR
XOR
XNOR
NAND
NOR
Instelmogelijkheden van 1 ... 10
Opmerking
Als de parameter op '1' wordt ingesteld, wordt de parameter 'logische
functie' op 'NOT' vastgelegd.
Toepassing 'logische functies'
│250