10.10.2 Toepassing:'storings- en alarmmeldingen'
Deze toepassing heeft een toepassingspagina waarop alle uitgegeven meldingen weergegeven
worden. De individuele meldingen worden ook volgens configuratie in het paneel direct
weergegeven.
Met Power-Tool kunnen meldingen gemaakt, geactiveerd en geconfigureerd worden.
1. In het deel 'Functie-/apparaatweergave' op 'Storings- en alarmmeldingen' klikken.
–
In het deel 'Parameters' worden de algemene instellingen voor de toepassingspagina
weergegeven. Hier kunnen deze worden bewerkt.
–
Op de toepassingspagina worden alle meldingen weergegeven. Voor individuele
meldingen kunnen specifieke vereisten worden ingesteld.
Storings- en alarmmeldingen maken
1. In het deel 'Functie-/apparaatweergave' op het plusteken links naast 'Storings- en
alarmmeldingen' klikken (de toepassing moet eerder geactiveerd zijn).
–
Er verschijnt een lijst met meldingen die kunnen worden toegevoegd (80).
2. Op het veld rechts naast 'Melding xx' klikken.
3. In de keuzelijst op 'Storings- en alarmmeldingen' klikken.
–
Er wordt een storings- en alarmmelding toegevoegd. Deze kan in het deel 'Parameters'
voor de individuele melding worden aangepast.
Opmerking
De meldingen kunnen zoals hierboven beschreven ook achteraf worden
opgeroepen en zo op ieder moment worden aangepast. Ze kunnen ook worden
gedeactiveerd. De instellingen worden dan echter gewist.
Verdere instel-/selectiemogelijkheden in het deel 'Parameters' voor deze algemene instellingen
van de toepassingspagina, zie 'Toepassing 'storings- en alarmmeldingen' – algemene
instellingen' op pagina 237.
Verdere instel-/selectiemogelijkheden in het deel 'Parameters' voor de instellingen van de
individuele melding, zie 'Toepassing 'storings- en alarmmeldingen' – instellingen van individuele
meldingen' op pagina 240
Producthandboek 2CKA002273B9263
Opmerking
Meldingen kunnen pas bewerkt worden als de toepassing in het deel
'Parameters' geactiveerd is.
Inbedrijfname met Power-Tool
│114