FINNDENT GEBRUIKERSHANDLEIDING
53
14
GEBRUIK VAN INSTRUMENTEN
14.1 Selectie van instrumenten
14.1.1 Hangende slangen
Til het instrument op en haal het uit de hangende houder. Het display
van het bedieningspaneel schakelt van de klok over op de vermogens- of
werkingsparameters van dat instrument.
Wanneer u het instrument terugplaatst, moet u controleren of het
instrument en de houder naar de inactieve positie terugkeren.
U kunt het actieve instrument bedienen met het voetpedaal van de unit.
U kunt de injectiespuit altijd gebruiken, ook samen met een ander instrument.
14.1.2 Sleeparmen
Til het instrument op en trek het naar voren zodat de
sleeparm wordt geactiveerd. Het display van het
bedieningspaneel schakelt van de klok over op de
vermogens- of werkingsparameters van dat instrument.
Wanneer u het instrument terugplaatst, moet u
controleren of de sleeparm naar de inactieve positie
terugkeert.
U kunt het actieve instrument bedienen met het
voetpedaal van de unit.
U kunt de injectiespuit altijd gebruiken, ook samen met
een ander instrument.
FINNDENT Oy/Niittylänpolku 16, 00620 Helsinki, Finland/+358 20 743 5115/www.finndent.com/info@finndent.com