De machine inrijgen
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en
de naald in de hoogste stand is door het handwiel naar u toe te
draaien. Dit is zeer belangrijk om te controleren of de machine
goed is ingeregen. Als u dat niet doet, kan de kwaliteit van de
steken slecht zijn als u begint te naaien.
1. Trek de garenpen helemaal omhoog.
2. Schuif een garenklosje op de garenpen.
3. Haal de draad van achteren naar voren door de draadgelei-
der (A). Zorg ervoor dat de draden in de veer (B) glijden.
4. Trek de draad over de draadgeleider (C) en omlaag in de
draadinvoergleuf (D).
5. Blijf de draad omlaag brengen door de rechter draadinvoer-
gleuf, rondom het draadspanningswieltje (E) (zorg ervoor
dat de draad in de spanningsschijven glijdt). Breng de draad
daarna weer omhoog door de linker draadinvoergleuf.
6. Breng de draad vanaf de rechterkant in de draadhefboom
(F) en omlaag in de linker draadinvoergleuf, en in de naald-
draadgeleider (G).
7. Rijg de draad van voor naar achter in de naald.
De onderdraad omhoog halen
1. Houd de bovendraad met uw linkerhand vast. Draai het
handwiel naar u toe om de naald omlaag en dan omhoog te
brengen.
2. Als het moeilijk is om de onderdraad omhoog te halen, con-
troleer dan of de draad niet vastzit in het spoelhuisdeksel.
3. Trek voorzichtig aan de bovendraad om de onderdraad
omhoog te halen door het gat in de steekplaat.
4. Leg de beide draden naar de achterkant, onder de naaivoet.
Trek de draad ongeveer 15-20 cm achter de naald.
10
Nederlands
A
B
F
C
D
Machine van bovenaf
G
Machine vanaf de voorkant
E