1. Plaats een kopje onder de mondstukken van de koffie-uit-
loop het koffieafgifteblok (A7)(afb. 12).
2. Druk op de toets
play de melding verschijnt " MIJN KOFFIE" verschijnt.
3. Houd de toets
(B11) (AFB. 16) ingedrukt tot op het
display de melding "1 MIJN KOFFIE hoeveelheid instellen"
verschijnt en het apparaat de koffie gaat zetten; laat dan
de toets los;;
4. Zodra de koffie in het kopje het gewenste niveau bereikt,
drukt u opnieuw op de toets
Nu is de hoeveelheid koffie per kopje opnieuw ingesteld met de
nieuwe instelling.
9.4 De koffiemolen instellen
De koffiemolen moet niet ingesteld worden, tenminste niet
aanvankelijk, omdat deze reeds in de fabriek ingesteld is voor
het verkrijgen van een correcte koffieafgifte.
Indien men na het bereiden van de eerste kopjes koffie merkt
dat de afgifte weinig volumineus is en met een te lichte schuim-
laag, of te langzaam (druppelsgewijs) loopt, dient de koffiemo-
len aangepast te worden met behulp van de knop (A5 - afb. 13).
NB!
Er mag alleen aan de regelknop gedraaid worden wanneer de
koffiemolen in werking is.
Als de koffie te langzaam loopt of hele-
maal niet loopt, draait men u met één
klik met de klok mee naar het getal 7.
Voor een meer volumineuze afgifte
van de koffie en de verbetering van de
schuimlaag, moet de knop met één klik
tegen de klok in worden gedraaid in de
richting van het getal 1 (niet meer dan 1 klik per keer, anders
kan het gebeuren dat de koffie druppelsgewijs loopt).
Het effect van deze correctie merkt men pas na tenminste 2 op-
eenvolgende afgiftes van koffie. Als het gewenste resultaat na
deze afstelling niet wordt verkregen, moet de correctie worden
herhaald door de knop nog een klik verder te draaien.
9.5 Adviezen voor hetere koffie
Om hetere koffie te krijgen, wordt aangeraden om:
• voer een spoeling uit te voeren door de functie "Spoelen"
te selecteren in het instellingenmenu (paragraAF "8.1
Spoelen");
• de kopjes met heet water te verwarmen (gebruik de
heetwaterfunctie);
•
de koffietemperatuur te verhogen in het instellingenmenu
(paragraaf "8.9 Instellen van de temperatuur").
(B5) (afb.11) totdat op het dis-
indrukken.
9.6 Koffiezetten met koffiebonen
Let op!
Gebruik geen gekarameliseerde of gekonfijte koffie omdat deze
aan de koffiemolen kunnen blijven kleven en hem daardoor on-
bruikbaar maken.
1. Doe de koffiebonen in het hiervoor bestemde reservoir
(A3) (afb. 14);
2. Plaats een kopje onder de uitlopen van het koffieafgifte-
blok (A7);
- 1 kopje, als 1 kopje koffie gewenst is (afb. 12);
- 2 kopjes, als 2 kopjes koffie gewenst zijn (afb. 15);
3. Breng de afgiftegroep omlaag, zodat hij zo dicht mogelijk
de kopjes nadert: (afb. 15): op deze manier wordt de beste
schuimlaag verkregen;
4. Druk op de toets van de gewenste afgifte (B11-1 kopje
of B12 -2 kopjes
5. Het display (B4) toont de geselecteerde afgifte en een
voortgangsbalk die al naargelang de voortgang van de
bereiding opgevuld wordt.
NB:
•
Terwijl het apparaat koffie aan het zetten is, kan de afgifte
op elk ogenblik worden gestopt door op een willekeurige
toets in te drukken.
•
Zodra de afgifte beëindigd is en men een grotere hoeveel-
heid koffie in het kopje wenst, volstaat het om (binnen 3
seconden) één van de toetsen voor koffieafgifte (
) (afb. 16)in te drukken (binnen 3 seconden) .
Nadat de koffie is gezet, is het apparaat klaar om opnieuw ge-
bruikt te worden.
NB!
•
Tijdens het gebruik verschijnen er enkele berichten op
het display ( rRESERVOIR VULLEN, KOFFIEDIKBAKJ LE-
GENSVUOTARE, etc.) waarvan de betekenis is te vinden in
hoofdstuk "18. meldingen die op de display verschijnen".
•
Zie om hetere koffie te krijgen paragraaf "9.5 Adviezen
voor hetere koffie"
•
Als de koffie druppelsgewijs loopt, weinig volumineus met
dunne schuimlaag of te koud is, lees dan de tips in hoofd-
stuk "19. Oplossen van problemen"
9.7 Koffiezetten met voorgemalen koffie
Let op!
•
Doe nooit voorgemalen koffie in het apparaat als het toe-
stel uit staat, dit om te voorkomen dat er gemalen koffie
in het apparaat terechtkomt en deze zo vuil maakt. In dit
geval kan het apparaat beschadigd raken.
14
);
of