3.3.5
Door de gebruiker gedefinieerde programma's
1.
Tik in het hoofdmenu op "USER PROGRAM".
2.
Selecteer een gebruikersprofiel (U1-U4).
OPMERKING
L
De geselecteerde gebruiker wordt aan de bovenrand van het scherm weergegeven. Je kunt de
naam van de gebruiker wijzigen door erop te tikken. Nu kun je de gewenste naam invoeren.
3.
Voer je geslacht, leeftijd, gewicht en de gewenste trainingsduur in.
4.
Leg voor de individuele onderdelen de gewenste snelheid en hellingsgraad vast. In totaal kun
je kiezen uit 30 onderdelen
De snelheid en de hellingsgraad kunnen tijdens de training handmatig worden ingesteld. Dit gebeurt
echter alleen voor het gedeelte waarin je je momenteel bevindt.
5.
Tik op Start om het programma te starten.
6.
Druk op de STOP-toets om de training te pauzeren.
De snelheid daalt langzaam tot zij nul bereikt. Als je een hellingsgraad hebt ingesteld, blijft de loopband
tijdens de pauze in deze positie staan.
6.1. Druk opnieuw op de STOP-toets om de training te beëindigen. Op het scherm verschijnt nu een
samenvatting van de verzamelde trainingsgegevens.
6.2. Druk op de START-toets om de training verder te zetten.
Aan het einde van het programma start de console automatisch de "cooldownfase".
25