8. Onderhoudsvoorschriften
Tijdens werkzaamheden aan de BeNomic EasyTrack dient de elektrische voeding
uitgeschakeld te worden met behulp van de hoofdschakelaar.
In geval van gedemonteerde beschermkappen mag de BeNomic EasyTrack
niet worden ingeschakeld. Voor het inschakelen van de BeNomic EasyTrack
dienen alle beschermkappen weer aangebracht te zijn.
Schakel voor het plegen van onderhoud, inspecties of reparaties altijd de
BeNomic EasyTrack uit. Schakel de BeNomic EasyTrack altijd uit met de
hoofdschakelaar en verwijder de sleutel.
Wanneer de sleutel in de hoofdschakelaar zit, mag u de BeNomic EasyTrack
nooit onbeheerd achter laten.
Houd deze BeNomic EasyTrack steeds in goede bedrijfsconditie door
periodieke veiligheidsinspecties uit te voeren. Verhelp onmiddellijk alle
onveilige situaties.
Werkzaamheden m.b.t. montage, installatie, afstelling, onderhoud en reparatie
dienen uitsluitend door vakkundig, gekwalificeerd personeel uitgevoerd te
worden.
Voor inbedrijfstelling, na onderhoud en reparatie controleren of er geen
gereedschap of losse onderdelen in of op de BeNomic EasyTrack
achtergebleven zijn.
Houdt de BeNomic EasyTrack schoon. Vuilophopingen dient u regelmatig te
verwijderen. De BeNomic EasyTrack nooit met waterslang, hogedrukspuit of
stoomapparaat reinigen.
Om mogelijke risico's met de accu's te voorkomen, dient u de
veiligheidsvoorschriften van de accu's op te volgen.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing V3-NL
BeNomic EasyTrack
30 / 47