5. Transport
Het transporteren van de BeNomic EasyTrack dient met grote voorzichtigheid
te geschieden om beschadigingen en ongelukken te voorkomen.
5.1 Extern transport
Wanneer het noodzakelijk is de BeNomic EasyTrack te transporteren, ga dan als volgt te werk:
1. Zet de rijrichting-snelheid potmeter "omhoog" in de neutrale stand;
2. Schakel de BeNomic EasyTrack uit met de hoofdschakelaar;
3. Laat het plateau zakken en verwijder de staanders;
4. Zet de BeNomic EasyTrack goed vast, zodat deze niet kan gaan glijden, rollen of
omvallen.
5. Zorg dat de BeNomic EasyTrack tijdens het transport droog en vorstvrij staat.
6. Aangekomen op de plaats van bestemming, dient de BeNomic EasyTrack volgens de
punten omschreven in hoofdstuk 6 in bedrijf te worden gesteld.
5.2 Intern transport
Het is tevens mogelijk de BeNomic EasyTrack intern (in de kas) te transporteren. De
voorkeur gaat hierbij uit naar het rijden op de eigen luchtbandwielen, maar de wagen kan
ook met bijvoorbeeld een vorkheftruck worden verplaatst. Voor verplaatsing met de
vorkheftruck, ga als volgt te werk:
1. Schakel de BeNomic EasyTrack uit met de hoofdschakelaar. (zie 4.2)
2. Laat het plateau zakken.
3. Plaats de lepels van de heftruck in de u-profielen onder het frame, zo ver mogelijk
onder de wagen door.
4. Controleer aan de andere zijde of de lepels ver genoeg uitsteken.
5. Bevestig de BeNomic EasyTrack vast aan het rek van de heftrucklepels zodat de
wagen niet kan gaan schuiven of kantelen t.o.v. de lepels.
6. Til de BeNomic EasyTrack voorzichtig van de grond, niet hoger dan noodzakelijk.
7. Rijdt langzaam en voorzichtig!
Let op!
- Fixeer de BeNomic EasyTrack met een spanband aan het rek van de heftruck
- Hef nooit hoger dan noodzakelijk!
- Zorg dat de heftruck geschikt is voor heffen van minimaal 500kg!
- Verwijder losse delen van het plateau voor het heffen!
- Rijdt langzaam en voorzichtig!
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing V3-NL
BeNomic EasyTrack
14 / 47