Herstellen van defecten
1.
Draai de handbediende klepschroef los
door ze tegen de wijzers van de klok in
te draaien tot u niet meer verder kan.
1. Schroef van de handbediende klep
2.
Zet de motor in de gewenste stand en
draai de handbediende klepschroef met
de wijzers van de klok mee vast.
DMU29670
De motor werkt niet
DMU29741
De waarschuwing voor een laag
oliepeil wordt geactiveerd
Als het oliepeil te laag is, komt het rode seg-
ment te voorschijn op de oliepeilaandui-
dingslamp, weerklinkt de zoemer en wordt
de motorsnelheid beperkt tot ongeveer 2000
t/min. Als dat gebeurt, kan er een reserve-
hoeveelheid olie worden overgepompt van
de losse olietank naar de motorolietank met
behulp van de noodschakelaar.
DWM01050
WAARSCHUWING
Zet de motor af alvorens die procedure
toe te passen.
DCM00900
OPGELET:
Als de noodschakelaar te lang omhoog
G
wordt gehouden, wordt er te veel olie in
de motorolietank gepompt zodat die
overloopt. Laat de schakelaar los als de
64
olie het bovenste peilstreepje van de
motorolietank heeft bereikt.
Gebruik de noodprocedure allen als de
G
waarschuwingslampen voor het olie-
peil werken.
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Draai de hoofdschakelaar om.
1
ZMU02403
3.
Duw de noodschakelaar naar boven om
reserveolie van de losse olietank naar
de motorolietank over te pompen.
1. Noodschakelaar
OFF
ON START
1
ZMU01906
ZMU01907