4 PROGRAMMEER NIVEAU
4.1 Introduktie
Het programmeer niveau bestaat uit twee verschillende niveau's ( Niveau 3 en
Niveau 4 ) – Zie fig. 4.2
Programmeer Niveau 3 is opgedeeld in 4 regels. Voor eenvoudige applicaties is
het alleen nodig de parameters op dit niveau te programmeren.
N.B.
Indien het instrument in de programmeer mode staat dan :
• Knipperen alle LED's op het front
• Zijn alle relais en logische uitgangen in ruststand of uitgeschakeld ( 0 ).
• Is het analoge uitgangssignaal 0% ( 4 mA ).
4.2 Toegang verkrijgen tot het programmeer niveau – Fig. 4.1
Om toegang tot het programmeer Niveau te krijgen moet de veiligheids-schakelaar
aan de zijkant van het instrument in de programmeer positie gezet zijn. ( Niveau 1
en 2 zijn nu niet meer toegangkelijk ). Na het programmeren dient de schakelaar
weer in de normale ( NORMAAL ) stand teruggezet worden. Het instrument
schakelt dan direkt naar het Gebruikers Niveau ( Niveau 1 ).
Normaal
Fig. 4.1 Het schakelen naar het programmeer niveau
18
Programmeren