9
9
De audiobestanden die op de apparaten in het netwerk
zijn opgeslagen, zoals een PC, kunnen niet worden
afgespeeld.
Windows Media Player 11 of Windows Media Player 12 is niet
op de PC geïnstalleerd. Installeer Windows Media Player 11 of
Windows Media Player 12 op uw PC.
Audiobestanden opgenomen in MPEG-4 AAC of FLAC worden
afgespeeld op Windows Media Player 11 of Windows Media
Player 12. Audiobestanden opgenomen in MPEG-4 AAC of
FLAC kunnen niet worden afgespeeld op Windows Media
Player 11 of Windows Media Player 12. Probeer een andere
server te gebruiken. Zie de handleiding die bij uw server wordt
geleverd.
Het apparaat aangesloten op het netwerk wordt niet juist
bediend.
- Controleer of het apparaat wellicht beïnvloed wordt door
speciale omstandigheden of in de slaapmodus staat.
- Indien nodig, kunt u proberen om het apparaat opnieuw op te
starten.
Het apparaat aangesloten op het netwerk geeft geen
toestemming voor het uitwisselen van bestanden. Probeer de
instellingen te veranderen voor het apparaat aangesloten op
het netwerk.
De map opgeslagen op het apparaat aangesloten op het
netwerk is verwijderd of beschadigd. Controleer de map
opgeslagen op het apparaat aangesloten op het netwerk.
Netwerkaansluitingen zijn mogelijk beperkt vanwege de
netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen, etc. van de
computer. Controleer de netwerkinstellingen,
beveiligingsinstellingen, etc. van de computer.
Er rusten auteursrechten op de audiobestanden. DRM-
beveiligde audiobestanden waarop auteursrechten rusten
kunnen niet met de receiver worden afgespeeld.
Geen toegang mogelijk tot het apparaat aangesloten op
het netwerk.
Het apparaat aangesloten op het netwerk is niet juist ingesteld.
Als de client automatisch geautoriseerd wordt, moet u de
corresponderende informatie opnieuw invoeren. Controleer of
de verbindingsstatus op "Niet autoriseren" is ingesteld.
Er zijn geen afspeelbare audiobestanden op het apparaat
aangesloten op het netwerk. Controleer de audiobestanden
opgeslagen op het apparaat aangesloten op het netwerk.
De audioweergave wordt plotseling gestopt of er zijn
storingen.
Het audiobestand dat wordt afgespeeld is niet opgenomen in
een formaat dat de receiver kan afspelen.
- Controleer of het audiobestand is opgenomen in een formaat
dat door de receiver wordt ondersteund.
- Controleer of de map beschadigd is of de gegevens verminkt.
- Merk op dat er gevallen zijn waarbij de audiobestanden als
afspeelbaar op de receiver zijn aangegeven, maar toch niet
afgespeeld of weergegeven kunnen worden
De LAN-kabel is niet goed aangesloten. Sluit de LAN-kabel
correct aan
(bladzijde
19).
Er is veel dataverkeer op het netwerk terwijl er tevens
verbinding is met internet op hetzelfde netwerk. Gebruik
100BASE-TX voor toegang tot de apparaten in het netwerk.
Afhankelijk van de externe bedieningseenheid die wordt
gebruikt, kan in de DMR-modus de weergave onderbroken
wanneer een volume-instelling op de bedieningseenheid wordt
uitgevoerd. In dit geval moet u het volume vanaf de receiver of
met de afstandsbediening instellen.
Er is een verbinding gemaakt via een draadloze LAN op
hetzelfde netwerk.
Mogelijk is er een tekort aan bandbreedte op de
frequentieband van 2,4 GHz die door de draadloze LAN wordt
gebruikt. Maak LAN-verbindingen via een kabel die niet via een
draadloze LAN loopt.
Zorg ervoor dat de installatie uit de buurt wordt gedaan van
apparatuur die elektromagnetische golven uitstraalt op de
frequentieband van 2,4 GHz (magnetronovens, gameconsoles,
enz.) Als hiermee het probleem niet is verholpen, gebruik dan
geen andere apparatuur die elektromagnetische golven
uitstraalt.
Geen toegang mogelijk tot Windows Media Player 11 of
Windows Media Player 12.
In geval van Windows Media Player 11: U bent momenteel via
uw computer waarop Windows XP of Windows Vista is
geïnstalleerd op het domein in gelogd. In plaats van inloggen
op het domein, moet u op de lokale apparatuur inloggen
(bladzijde
43)
In geval van Windows Media Player 12: U bent momenteel via
uw computer waarop Windows 7, 8 is geïnstalleerd op het
domein ingelogd. In plaats van inloggen op het domein, moet u
op de lokale apparatuur inloggen
(bladzijde
Kan niet naar internetradiozenders luisteren.
De firewall-instellingen voor de apparaten in het netwerk zijn
geactiveerd. Controleer de firewall-instellingen voor de
apparaten in het netwerk.
U bent niet verbonden met internet. Controleer de
verbindingsinstellingen voor de apparaten in het netwerk en
neem indien nodig contact op met uw netwerkserviceprovider
(bladzijde
45).
60
De uitzendingen van een internetradiozender worden gestopt
of onderbroken. Er zijn gevallen waarin u niet naar bepaalde
internet-radiozenders kunt luisteren, hoewel de zenders toch in
de lijst staan van de internet-radiozenders van de receiver
(bladzijde
44).
(bladzijde
50).
De NETWORK-functie kan niet met de toetsen op de
afstandsbediening worden bediend.
De afstandsbediening staat niet in de NETWORK-modus. Druk
op NETWORK om de afstandsbediening op de NETWORK-
modus in te stellen
Problemen oplossen van draadloze LAN
WLAN ERR verschijnt in de display (alleen VSX-S510).
Er doet zich mogelijk een onregelmatigheid voor bij de WLAN-
adapter die op de DC OUTPUT voor WIRELESS LAN op de
achterzijde van het paneel is aangesloten.
Er is geen toegang tot het netwerk via draadloze LAN.
De draadloze LAN-convertor is niet ingeschakeld (De
indicators "Power", "WPS" en "Wireless" branden niet
allemaal). Controleer of de USB-kabel waarmee de draadloze
LAN-convertor is aangesloten op het aansluitpunt DC OUTPUT
for WIRELESS LAN van de receiver juist is aangesloten.
De LAN-kabel is niet stevig aangesloten. Sluit de LAN-kabel
stevig aan
(bladzijde
De draadloze LAN-convertor en de hoofdunit (draadloze LAN-
router, enz.) bevinden zich te ver van elkaar af, of er bevindt zich
een obstakel tussen de twee apparaten. Breng verbetering aan
de omgeving van de draadloze LAN aan door de draadloze
LAN-convertor en de basisunit dichter bij elkaar te zetten, e.d.
Er bevindt zich een magnetron of ander apparaat dat
elektromagnetische golven produceert in de buurt van de
draadloze LAN.
- Gebruik het systeem op een plaats uit de buurt van
magnetrons en andere apparaten die elektromagnetische
golven produceren.
- Gebruik waar mogelijk geen apparatuur die
elektromagnetische golven produceren als het systeem met
de draadloze LAN wordt gebruikt.
43)
Er zijn meerdere draadloze LAN-convertors op de draadloze
LAN-router aangesloten. Als meerdere draadloze LAN-
convertors worden aangesloten, dan moet het IP-adres
daarvan worden gewijzigd. Als bijvoorbeeld het IP-adres van de
draadloze LAN-router "192.168.1.1" is, stel dan het IP-adres van
de eerste draadloze LAN-convertor in op "192.168.1.249", het
IP-adres van de tweede draadloze LAN-convertor op
"192.168.1.248", waarbij waarden van tussen 2 en 249 worden
Overige informatie
(bladzijde
49).
19).
4
7
58