7 Elektrische installatie
7
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
▪ Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een
erkend elektricien en MOET voldoen aan de geldende
nationale bedradingsvoorschriften.
▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste
bedrading.
▪ Alle ter plaatse geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de
geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit
kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik
GEEN
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van
koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn
aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
7.1
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te
gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai
de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde
krimpklem. Meer informatie vindt u in "Richtlijnen voor het
aansluiten van de elektrische bedrading" in de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Onderdeel
Voedingskabel
Spanning
Fase
Frequentie
Draaddikten
Montagehandleiding
12
servicevertegenwoordiger
lokaal
aangekochte
elektrische
220~240 V
1~
50 Hz
MOETEN voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
Aanbevolen lokale zekering
Aardlekschakelaar
7.2
De elektrische bedrading op de
buitenunit aansluiten
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Open de kabelklem.
3 Sluit de kabel tussen de units en de elektrische voeding als
volgt aan:
of
a
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Stroomonderbreker (lokaal voorziene zekering van 16 A)
d
Reststroomapparaat
e
Elektrische voeding
f
Aarding
3×
4 Draai de klemschroeven goed vast. Gebruik bij voorkeur een
kruiskopschroevendraaier.
8
De installatie van de
buitenunit voltooien
8.1
De installatie van de buitenunit
voltooien
1 Isoleer en maak de koelmiddelleiding en kabels als volgt vast:
d
c
a
b
g
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Verbindingskabel
d
Lokale bedrading (indien van toepassing)
e
Vloeistofleiding
f
Isolatie vloeistofleiding
g
Afwerkingstape
4-aderige kabel ≥1,5 mm²
en geschikt voor 220~240
V
16 A
MOETEN voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
50 Hz
220-240 V
b
c
d
f
e
f
(A)RXP20~35N5V1B9
R32 Split-reeks
3P748643-2 – 2023.07
e