4. Bediening
4.13 Werken met
aanvullende apparatuur
Elektronische laadkabel
Toepassingsgebied:
De elektronische laadkabel wordt gebruikt om
de hulpaccu (max. 250 Ah) van een aanhanger
of zadeloplegger door het trekkende voertuig te
laten opladen.
Elk ander gebruik is niet conform beoogd gebruik.
Het opladen van accu geschiedt door een
geïntegreerde spanningsregelaar. Door een
geïntegreerde spanningsregelaar wordt de accu
van het trekkende voertuig tegen al te diepe
ontlading door het laadproces beschermd.
Tegelijkertijd worden storingen in het laadproces
!
direct in de chauffeurscabine getoond door
knipperende lampjes op het inschakelpaneel van
de Cargolift en interne LED's in de elektronica.
De laadkabel is zowel voor het 12 V- als voor het
24 V-systeem geschikt.
Bij gemengde werking met twee verschillende
systeemspanningen werkt het laadsysteem niet!
Wordt de stekkerverbinding bij een draaiend
trekkend voertuig tot stand gebracht, verbindt
de elektronica de accupakketten pas na een
40000000755_NL_03
Gevaar!
Waarschuwing!
Aanwijzing!
Let op!
– 56 –
vertragingstijd van 2 sec., om vonkvorming op
de contacten te voorkomen.
Om vervuiling van de contacten en kortsluiting
van de spanningvoerende stekker van de
aanhangerlaadkabel/spiraalkabel-stekker te
voorkomen, moet een afsluitkap of soortgelijke
voorziening voor de opname van de stekker
aan de aanhanger resp. de trekker gemonteerd
worden.
De onderstaande tabel toont een overzicht van
de verschillende foutcodes.
Let op!
Gevaar voor kabel brand
door te grote laadstroom!
Let op!
Als de Cargolift wordt gebruikt terwijl de motor
draait, kan de laadstroom te groot zijn.
Tijdens inzet van de Cargolift de motor uitscha-
kelen!
LED- bedrijfs- en foutaanduiding op
de laadkabel
200007070