Radio
Bediening
Frequentiegebied wisselen
Het apparaat heeft radio-ontvangst in de analoge frequentiegebieden FM en AM.
Voor deze frequentiegebieden zijn elk twee geheugenplaatsen FM1/FM2/FM3
en AM1/AM2/AM3 beschikbaar. Voor deze groepen zijn elk 6 geheugenplaatsen
beschikbaar.
›
Om te wisselen van frequentiegebied de toets
functietoets
het frequentiegebied FM of AM selecteren.
12
›
De toets
kort bedienen, om van geheugengroep van het geselecteerde
RADIO
frequentiegebied te wisselen.
Radiozenders zoeken en opslaan
Handmatig zoeken
›
Dor draaien aan de menuknop
2
de gewenste radiozender instellen.
Zenders opslaan
›
Na het selecteren van de radiozender de functietoets
moet worden opgeslagen, zo lang ingedrukt houden tot het geluid van de radio-
zender kortstondig wordt onderdrukt en een kort signaal klinkt.
Automatisch zoeken en opslaan van radiozenders
›
Op de toets
drukken. Er wordt gestart met automatisch zenderzoeken,
AS
waarbij de 6 zenders met het sterkste signaal in het geheugenniveau FM3 resp.
AM3 worden opgeslagen.
Als het opslaan van de radiozenders onder de functietoetsen
kan de gewenste radiozender worden opgeroepen door op een functietoets
drukken.
6
Radio
lang bedienen en met de
RADIO
» Afbeelding 1
op pagina 3 de frequentie van
, waaronder de zender
12
is afgesloten,
12
Let op
Door nogmaals op de toets
van het actuele frequentiebereik geactualiseerd en opnieuw in het geheugenni-
veau FM3 resp. AM3 opgeslagen.
Functie SCAN
De radiozenders op een frequentiebereik kunnen na elkaar kort (gedurende 10
seconden) worden afgespeeld.
›
Op de menuknop
» Afbeelding 1
2
tomatisch alle beschikbare zenders in het actuele frequentiebereik.
›
Om terug te keren naar oorspronkelijke radiozender op de functietoets CANCEL
» Afbeelding 1
op pagina 3 drukken.
12
›
Het automatisch zenderzoeken wordt beëindigd door op de functietoets OK
te drukken. De actuele radiozender blijft geselecteerd.
›
Om verdere radiozenders te selecteren op de functietoets SKIP
Functie RDS
Sommige radiozenders zenden extra tekstinformatie mee - die als radiotekst kan
worden omschreven.
›
Door op de toets
INFO
gegeven.
Let op
De tekstinformatie hoeft niet op alle radiozenders beschikbaar te zijn.
■
Afhankelijk van de kwaliteit van het ontvangen signaal heeft het apparaat een
■
bepaalde tijd nodig om alle weergegeven tekens correct in te lezen.
Functie verkeersmeldingen
te
12
Inschakelen/uitschakelen
›
Op de tuimelschakelaar
De verkeersinformatie wordt uitgeschakeld door opnieuw op de tuimelschakelaar
te drukken. Het weergegeven symbool verdwijnt.
TP
te drukken, worden de opgeslagen radiozenders
AS
op pagina 3 kort drukken, de radio zoekt au-
te drukken, wordt de informatie van de radiotekst weer-
drukken.
TP
12
drukken.
12