Toets
6
INFO
›
Weergave radio-tekstinformatie
›
Weergave van extra informatie van mp3-cd's
Toets
voor de klankinstelling
7
Toets
voor het automatisch opslaan van zenders
8
AS
Toets
voor het activeren van de ontvangst van verkeersmeldingen
9
TP
Cd-opening
10
Cd-eject-toets
11
Functietoetsen
12
›
Radiozender opslaan en selecteren
›
Cd selecteren
›
Code ingeven
Apparaat in-/uitschakelen
›
Door kort indrukken van de instelknop
apparaat in- resp. uitgeschakeld.
Indien bij ingeschakeld apparaat de contactsleutel wordt verwijderd, schakelt het
apparaat automatisch uit. Het apparaat kan door het indrukken van de instelknop
weer worden ingeschakeld. Bij uitgeschakeld contact schakelt het apparaat
1
(ontladingsbeveiliging van de accu) na circa een uur automatisch uit.
Indien het apparaat door het verwijderen van de contactsleutel werd uitgescha-
keld, schakelt deze na het opnieuw inschakelen van het contact weer in.
Apparaatinstellingen
Klank instellen
›
Op de toets
en vervolgens op de functietoets
drukken en de gewenste parameter selecteren.
›
Door draaien van de menuknop
2
Er kan tussen de volgende parameters worden gekozen:
›
BASS - Lagetoneninstelling.
›
MIDDLE - Middentoneninstelling.
›
TREBLE - Hogetoneninstelling.
›
BALANCE - Instelling van de volumeverhouding links/rechts.
4
Algemene aanwijzingen
» Afbeelding 1
op pagina 3 wordt het
1
» Afbeelding 1
op pagina 3
12
de gewenste waarde instellen.
›
FADER - Instelling van de volumeverhouding voor/achter.
›
ON VOL - Het apparaat slaat het volume op dat voor het uitschakelen het laatst
was ingesteld. Indien deze waarde hoger is, wordt na het opnieuw inschakelen
van het apparaat het volume naar de waarde van de parameter ON VOL ver-
laagd;
›
PDC VOL - Indien de wagen met een "parkeerhulp" is uitgerust, wordt het volu-
me automatisch op een voorgedefinieerde waarde verlaagd als de "parkeer-
hulp" actief is.
›
GALA - Het volume van het apparaat neemt toe bij toenemende rijsnelheid (een
hogere waarde betekent een sterkere toename van het volume).
›
LOUD - Bij een laag ingesteld volume versterkt deze functie de lage en hoge
frequenties.
Speciale functies instellen
›
De menuknop
2
» Afbeelding 1
›
Met behulp van de functietoetsen de afzonderlijke menu-opties selecteren.
›
Met de menuknop
of met behulp van de functietoetsen de gewenste waarde
2
instellen.
AUX
In-/uitschakelen van de functies van de externe audiobron.
Instelling van de ingangsgevoeligheid AUX LEV:
›
LEV 1 - Hoog niveau, met name voor notebooks.
›
LEV 2 - Gemiddeld niveau, voor cassette- of cd-spelers.
›
LEV 3 - Laag niveau, voor mp3-spelers.
PHONE
Indien uw wagen met een handsfreeset is uitgerust, kan de weergave van de te-
lefoongesprekken via de luidsprekers van de wagen worden in- of uitgeschakeld.
BEEP
In-/uitschakelen van het geluidssignaal bij het opslaan van radiozenders.
ILLUM
Inschakelen (waarde 2)/uitschakelen (waarde 1) van de verlichting van de bedie-
ningsknoppen.
AF
In-/uitschakelen van de functie van de alternatieve frequentie (AF).
op pagina 3 langer indrukken.