Inhoudsopgave
Advertenties
4. Bediening
Hydraulische steunen
Het in- en uitschuiven gaat via de rechter kruis-
hendel op de handbediening.
Daarbij moet rekening gehouden worden met:
1. Bij luchtgeveerde voertuigen de luchtvering
blokkeren (niet rijstand!), anders kan door au-
tomatische compensatie door de luchtvering de
as helemaal worden ontlast en alle gewicht op
de hydraulische steunen komen staan.
Als bij een volgeladen vrachtwagen in die
toestand de steunen worden ingeschoven, dan
bestaat het gevaar voor afbreken.
Door de onvermijdelijke relatieve verplaatsing
van de steunplaat op de grond (kantelpunt van
de vrachtwagen is de vooras) ontstaan grote
buigkrachten die de steuncilinder overbelasten.
Als door onoplettendheid de toestand van een
volledig ontlaste as zou ontstaan, dan moet
vóór het intrekken van de steunen de vrachtwa-
gen via de luchtvering zo ver worden opgetild
dat de steunen worden ontlast.
Dan de steunen intrekken.
2. Bij niet volledig ingetrokken steunen brandt
de rode indicatielamp van de Cargolift inscha-
keling in de chauffeurscabine.
40000000245_NL_06
3. De hydraulische steunen zijn zodanig afge-
steld dat deze met een druklimiet uitschuiven.
De feitelijk afsteuning is daarentegen (voertuig
afhankelijk) niet begrensd.
4. Als de steunen tijdens het laden niet worden
bijgeregeld dan kan het chassis overbelast wor-
den.
5. Het voertuig nooit opkrikken met de hydrau-
lische steunen!
6. De ondergrond moet voldoende draagkracht
hebben voor afsteuning.
7. Bij het laden van vrachtwagens met bladver-
en de steunen ca. 50 mm boven het wegdek
instellen, bij het lossen op de ondergrond.
8. Beide steuncilinders passen zich aan aan de
ondergrond.
Voor het wegrijden controleren of beide
steuncilinders velledig zijn ingetrokken.
– 21 –
200003102
Advertenties
Inhoudsopgave
