4. Bediening
Keuze van de basisfuncties
Voorwaarden:
• De handzender bevindt zich in de gere-
duceerde directe omgeving, in de directe
omgeving of het werkbereik.
• De handzender is aangemeld.
• De laatste 5 seconden werd er geen functie
via een ander bedieningselement geselec-
teerd.
Heffen:
Druk 2x op de toets Heffen en
h
2x+h
ingedrukt houden.
De functie Heffen wordt uitgevoerd tot de
toets losgelaten wordt.
Is de functie Heffen met succes uitgevoerd en
is er in de tussentijd niet op een andere toets
gedrukt, dan kan de functie binnen 10 secon-
den na het loslaten van de toets Heffen door
opnieuw indrukken gekozen worden.
Op de toets Heffen drukken en
h
1x+h
ingedrukt houden.
De functie Heffen wordt uitgevoerd tot de
toets losgelaten wordt.
Neerlaten:
Druk 2x op de toets Neerlaten
h
2x+h
en ingedrukt houden.
De functie Neerlaten wordt uitgevoerd tot
de toets losgelaten wordt.
40000000799_NL_04
Is de functie Neerlaten met succes uitgevoerd
en is er in de tussentijd niet op een andere
toets gedrukt, dan kan de functie binnen 10 se-
conden na het loslaten van de toets Neerlaten
door opnieuw indrukken gekozen worden.
Druk op de toets Neerlaten en
h
1x+h
ingedrukt houden.
De functie Neerlaten wordt uitgevoerd tot
de toets losgelaten wordt.
Sluiten:
Druk 2x op de toets Sluiten en
h
2x+h
ingedrukt houden.
De functie Sluiten wordt uitgevoerd tot de
toets losgelaten wordt.
Wanneer het platform langer dan 10
h
seconden in horizontale positie (+/- 10°) is:
De functie Sluiten vrijgeven
2x
door 2x kort op de toets met 4 functies te
drukken.
Druk binnen 10 seconden 2x op
h
2x+h
de toets Sluiten en ingedrukt houden.
Is de functie Sluiten met succes uitgevoerd en
is er in de tussentijd niet op een andere toets
gedrukt, dan kan de functie binnen 10 secon-
den na het loslaten van de toets Sluiten door
opnieuw indrukken gekozen worden.
Druk op de toets Sluiten en
h
1x+h
ingedrukt houden.
De functie Sluiten wordt uitgevoerd tot de
toets losgelaten wordt.
– 35 –
200007772