3. Veiligheid
• Handelswijze bij gevaar
Noodstop functie:
Bij gevaar de voet- of handbediening onmiddellijk
loslaten! Dit stopt de beweging van de Cargolift.
Het zich onnodig ophouden op of binnen
het bewegingsbereik van hefplatforms is
verboden.
Zadeloplegger of aanhanger met Cargolift:
• Bij het loskoppelen van de laadkabel erop
letten, dat de stekker van de aanhanger onder
stroom staat. Contact met metalen delen kan
doorslaan van de zekeringen van de laadkabel tot
gevolg hebben. De accu's worden dan niet meer
geladen. De laadstekker moet derhalve worden
geplaatst in een metalen huls die onder open is,
of in onze afsluitkap SC.
• Heeft de oplegger of aanhanger geen eigen
accu en de cargolift wordt via een hoofdstroom-
en massakabel gevoed, dan moeten deze bij het
loskoppelen van de aanhanger ook gescheiden
worden en de uiteinden van de hoofdstroom- en
massakabel op het trekkende voertuig altijd met
een afsluitkap gesloten worden.
3.6
Buiten gebruik,
demonteren, afvoeren
Buiten gebruik stellen:
Ontkoppel de elektrische spanningsvoorziening
van de elektrische aansluiting.
Demonteren, afvoeren
(alleen door vakkundig personeel):
Tap de olie af uit de tank en regel de
afvalverwerking volgens voorschriften als
afvalolie. Door olie vervuilde onderdelen reinigen.
Demonteer de Cargolift en zorg voor afvoer
40000000799_NL_04
conform lokale verordeningen betreffende
afvalverwerking.
3.7
Verantwoordelijkheid
van de exploitant
Aangezien onze Cargolift commercieel wordt
toegepast is de exploitant onderhevig aan
de wettelijke verplichtingen betreffende
arbeidsveiligheid.
B e h a l v e d e v e i l i g h e i d s i n s t r u c t i e s i n
deze gebruikshandleiding moeten alle
geldende veiligheid-, ongevalpreventie- en
milieuvoorschriften worden nageleefd.
Met name:
• De exploitant dient kennis te nemen van
de geldende bepalingen van arbeidsveiligheid
en bovendien eventuele extra gevaarzetting
vaststellen die volgt uit de specifieke
arbeidsomstandigheden waar de Cargolift
wordt ingezet. Deze moeten in de vorm van
gebruiksinstructies worden geïmplementeerd bij
de exploitatie van de Cargolift.
• De exploitant dient gedurende de gehele
operationele periode van de Cargolift te controleren
of de door hem opgestelde gebruiksinstructies
conform de actuele reglementen zijn en blijven
en deze waar nodig aanpassen.
• De exploitant dient de bevoegdheden
betreffende bediening, groot en klein onderhoud
eenduidig te regelen, vast te leggen en te
documenteren.
• De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle
medewerkers, die met de Cargolift omgaan,
de gebruikshandleiding hebben gelezen en
begrepen.
– 14 –
200007772