Inhoudsopgave
Advertenties
HFST.08 GEBRUIK EN ONDERHOUD VOOR DE GEBRUIKER
08.1
WERKING VAN HET APPARAAT
De KACHEL gebruikt pellets als brandstof, met een elektronisch beheerde verbranding.
De pellets worden uit het reservoir gehaald met de toevoerschroef die bestuurd wordt door de vijzel en worden rechtstreeks naar de
vuurpot gebracht. De ontsteking vindt plaats door middel van hete lucht die door een elektrische weerstand geproduceerd wordt en door
de centrifugaalventilator in de vuurpot gezogen wordt. Deze ventilator voert ook de door de verbranding veroorzaakte rook af door deze
uit het mondstuk onderaan de zijkant van de kachel uit te stoten.
De tangentiële ventilator voor het uitwisselen van de omgevingslucht laat lucht door de holte aan de achterkant van de kachel gaan, waar
de lucht opgewarmd wordt en dan langs de uitlaat vooraan de kamer binnenkomt. Het reservoir, dat zich aan de zijkant van de kachel
bevindt, wordt gevuld via een deksel dat bovenaan de bekleding geopend kan worden. De pellets moeten met een spatel in het reservoir
gegoten worden en niet direct uit de zak gegooid worden (zie HFST.08.6 - GEWOON ONDERHOUD (Ten laste van de klant)).
De haard is gemaakt met een warmtewisselaar van staal en FIREFLECTOR met een dubbele hitte-ontwikkeling, frontaal afgesloten met
een glazen deurtje van glaskeramiek.
De hoeveelheid brandstof, de toevoer van de verbrandingslucht en de rookafvoer worden geregeld aan de hand van een elektronische
kaart om een verbranding met hoog rendement te verkrijgen.
Alle handelingen voor het beheer van de werking gebeuren aan de hand van de bijgeleverde afstandsbediening (zie bijgevoegde
handleiding SM116 ).
08.2
BESTURINGSEENHEID
De elektronische besturingseenheid, die via de radio met de afstandsbediening aangesloten is, beheert alle functies van het apparaat;
het LCD-scherm van de PDA-console staat toe alle werkfasen van de kachel onder controle te houden.
De besturingseenheid is uitgerust met een chronothermostaat met aanpasbare programma's, met eenvoudig beheer van de
bedieningscommando's. De werking wordt gecontroleerd door de OMGEVINGSSONDE die zich in de afstandsbediening bevindt of
standaard geïnstalleerd is aan de achterzijde van het apparaat, die binnenin de installatieruimte naar een meer geschikte plek verplaatst
kan worden om de kamertemperatuur correct te meten. Men kan ook een commerciële sonde gebruiken als omgevingssonde; in dit geval
moet men er ZEER AANDACHTIG op letten dat de elektrische aansluiting op de elektrische kaart van de kachel CLEAN is.
Er zijn ook enkele beveiligingssystemen die deel uitmaken van de elektrische/elektronische onderdelen:
SONDE TEMPERATUUR ROOK
PRESSOSTAAT
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
OPMERKING
Voor een volledige en gedetailleerde beschrijving van de inhoud van deze rubriek, raadpleeg de desbetreffende
bijgevoegde handleiding SM116
In de ventilator voor rookafvoer
Aangesloten in het onderste deel van de rookkring van het apparaat
Deze grijpt in wanneer de temperatuur in het apparaat te hoog is.
De afstandsbediening staat het gebruik toe van de volgende hoofdfuncties:
•
Inschakeling en uitschakeling van het apparaat.
•
Instelling van de verwarmingsvermogens.
•
Instelling van de gewenste omgevingstemperatuur.
•
Optimalisering van de verbranding.
•
Mogelijkheid handmatige lading van de pellets in de korf.
•
Beheer van de chronothermostaat met meerdere inschakelingen per dag,
per week en voor het week-end.
•
Signalering van de eventuele storingen.
•
Dit geeft de bedrijfsstatus van het apparaat aan.
In geval van defect aan de afstandsbediening, kunnen de hoofdfuncties van het
apparaat aan de hand van de noodconsole beheerd worden.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
