E2.d
Zeker met de veiligheidslijn om de steun totdat de loopwagen (1.1) van de parallelschake-
laar toegankelijk is.
E2.e
Leidt de loopwagen (1.1) ver genoeg zodat de valbeveiliger in het geleiderailprofiel (1.2)
van de loopwagen (1.1) kan worden gestoken.
E2.f
E 1.7.d Trek de onderste borgpen (1.2) in het geleiderailprofiel (1.1) van de loopwagen
(1.1) naar achteren.
E2.g
Leidt de valbeveiliger er in zijn volledigheid langs en laat de borgpen (1.7) weer los, welke
dan automatisch terug in zijn normale positie moet schieten.
Let op:
De valstop van de valbeveiliger moet op de bevestigingsbeugel van de steun (1.3) in het
geleiderailprofiel (1.2) rusten.
E2.h
Maak de veiligheidslijn los en leidt de loopwagen (1.1) naar de gewenste eindpositie of
naar het gewenste klimpad.
E2.i
Nu kunt u normaal naar boven klimmen, zoals beschreven vanaf punt E 1.g.
Belangrijk:
De valbeveiliger moet altijd in het geleiderailprofiel (1.2) van de loopwagen (1.1) zitten
met de valstop op het dwarsprofiel. Houdt de vergrendelingsbeugels (1.7/1.8) altijd met de
hand open tot de valbeveiliger er volledig langs is.
Let op:
E3.
De "bovenste" (2.2)* of "onderste" (2.1)* mogen alleen overgeslagen worden indien de
loopwagen (1.1) correct in de eindpositie vergrendeld is of indien een veiligheidssysteem
is aangebracht (bijv. een veiligheidslijn).
Fig. 10
* Neem de afwijkende instructies voor het gebruik en installatie van de nieuwe klimzekeringen in acht (A11).
20
www.honeywellsafety.com
*
*