B15.
Het is belangrijk te zorgen dat het geleiderailprofiel (1.2) van de loopwagen (1.1) uitgelijnd
zijn met de centrale rail (2.0) van de ladder
Indien het geleiderailprofiel (1.2) van de loopwagen (1.1) zich voor of achter het profiel
van de geleiderail (2.0/3,0) bevindt moeten de stelschroeven (1.5) naar binnen of buiten
gedraaid worden tot de uitlijning bereikt is.
Maximale aanpassing aan de hand van de diameter 5mm.
Start met de schroef (1.5) die zich het dichtst bij de ladder bevindt en verstel deze tot het
profiel (1.2) van de loopwagen (1.1) uitgelijnd is met de ladder. Daarna worden de andere
schroeven (1.5) van de parallelschakelaarbeugel versteld zodat de loopwagen (1.1) ge-
makkelijk kan bewegen.
Na het verstellen moeten de schroeven (1.5) vastgezet worden met de borgmoeren (1.6).
Let op:
Tijdens het verstellen moet de loopwagen steeds opnieuw over de volledige loopafstand
geduwd worden om er zeker van te zijn dat de loopwagen (1.1) altijd soepel beweegt.
Opmerking:
Indien het verstelbereik van de stelschroeven (1.5) (=> 5mm in verhouding tot de diame-
ter) niet toereikend is, moet een nieuwe poging gedaan worden om de uitlijning van de ge-
leiderail met elkaar tot stand te brengen (bijvoorbeeld door de afstand tussen de houders
van de ladder aan te passen).
Fig. 8
www.honeywellsafety.com
15