Bedrading
WAARSCHUWING
• Gebruik geen kabels met stopcontacten, geslagen draden, verlengsnoeren of gekruiste aansluitingen, omdat deze
oververhitting, elektrische schokken of brand kunnen veroorzaken.
• Gebruik geen ter plaatse aangekochte elektrische onderdelen in het product. (Vertak niet de stroomtoevoer voor de
afvoerpomp enz., vanuit het aansluitingenblok.) Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Plaats een aardlekschakelaar. (Een aardlekdetector die ook hogere harmonischen kan detecteren.)
(Deze unit gebruikt een inverter, wat betekent dat er een aardlekschakelaar moet worden gebruikt die harmonischen
kan hanteren om ervoor te zorgen dat er geen storingen in de aardlekschakelaar zelf kunnen optreden.)
• Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder
overspanningscategorie III.
• Sluit de stroomtoevoerdraad niet aan op de binnenunit. Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
<Bedradingprocedure>
1) Strip de isolatie van de draad (20 mm (3/4 in.)).
2) Sluit de verbindingsdraden aan tussen de
binnen- en buitenunits zodat de nummers van
de aansluitingspunten overeenstemmen.
Draai de schroeven van de aansluitingen stevig
vast. Wij adviseren een platte schroevendraaier
te gebruiken om de schroeven vast te draaien.
3) Zorg ervoor dat de symbolen voor bedrading
en leidingen overeenkomen.
4) Trek zachtjes aan de draad en controleer of deze
niet los komt.
5) Breng de bedrading doorheen de uitsnijding op
de onderkant van de beschermplaat en maak de
beschermplaat vast.
6) Wanneer dit gedaan is, maak het afsluitdeksel terug vast op zijn oorspronkelijke plaats.
De apparatuur voldoet
aan EN/IEC 61000-3-12
3MXM68N2V1B
4MXM68N2V1B
4MXM80N2V1B
5MXM90N2V1B
Geef aan de draden een zodanige
vorm dat ze het onderhoudsluik
en andere struktuuronderdelen
niet opheffen.
1.
Veilig omgaan met het hoogspanningsgedeelte
WAARSCHUWING
Raak het deel onder spanning niet aan gedurende 10 minuten nadat de veiligheidsschakelaar is uitgeschakeld, omwille van het
gevaar van hoge spanning.
1-1. Elektrische schok voorkomen
• Gebruik een tester om te controleren of de spanning tussen 'FU2' en 'DC(-)' 50 V of minder bedraagt.
(Raadpleeg "Lay-outschema van elektrische onderdelen" op de volgende pagina)
• Het oppervlak van de testpunten (FU2, DC(-)) kan bedekt zijn met een coating.
• Zorg dat er stevig contact is tussen de testersonden en de testpunten
TESTERSONDE
FU2
DC(-)
15
Binnenunit
Kamer A
Kamer A
Kamer B
Kamer
C
Kamer E
COATING
Printplaat
Buitenunit
Kamer
Kamer
A
B
Draad elektrische voeding
3-aderige kabel
2,5 mm
H05RN-F (60245 IEC 57)
Kamer
Kamer
C
D
Veiligheidsonderbreker
Kamer
E
Naar kamer D
Naar kamer C
Naar kamer B
Naar kamer E
met normaal
kWh-tarief
Kamer D
Gebruik de opgegeven draden
kabel en sluit deze goed aan.
2
2
~4,0 mm
Gebruik de afzonderlijk circuits.
50 Hz
Aardlekschakelaar
220-240 V
Bedrading tussen
3MXM40/52
de units
25A
3AMXM52
4-aderige kabel
1,5 mm
2
~2,5 mm
2
3MXM68
en geschikt voor 220~240 V
4MXM68/80
32A
H05RN-F (60245 IEC 57)
5MXM90
Nederlands