PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINSCHALIGE REPARATIES
BANDEN
Om de prestaties, levensduur en veilige werking van uw voertuig te optimaliseren, dient u altijd de bandenspanning te controleren.
Scheuren, schade en slijtage aan de banden leiden tot onevenwichtig sturen of zelfs een klapband. Let op: de bandenspanning
wordt gemeten bij koude banden en bij voorkeur wanneer de temperatuur van de banden gelijkstaat aan die van de omgeving.
Bandenspanning
De bandenspanning moet worden gecontroleerd en, indien nodig, vóór elke rit worden gereguleerd volgens de onderstaande tabel:
!
WAARSCHUWING
De bandenspanning moet worden afgesteld in overeenstemming met de rijomstandigheden (bestuurder, passagier, bagage,
accessoires) en de wegomstandigheden.
Bandenspanning in koude staat
Voorzijde: 2,1 bar - 2,5 bar
Achterzijde: 2,1 bar - 2,5 bar
32
NL