Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menno Vanderveen MCML05 Handleiding pagina 36

Inhoudsopgave

Advertenties

Gloeidraadspanning in 15s van 0 naar 12,6V
Het geheim van deze schakeling zit in de transistor T1. Via R53 wordt langzaam (in 15s) de
condensator C58 opgeladen. Hierdoor stijgt de spanning op de basis van T1 in 15s van 0 naar
ongeveer 16 V. IC1 is verantwoordelijk voor de stabilisatieregeling van de 12,6V voeding. IC1
wordt op punt 7 gevoed door transistor T1. Bij inschakelen heeft transistor T1 op zijn emitter
een spanning van 0V, dus is de uitgangsspanning van IC1 (punt 6) ook 0V, dus geeft de
regeltransistor T2 geen spanning door.
Evenredig met de spanningsstijging op de basis van T1, stijgt vervolgens ook de
voedingsspanning van IC1 en daarmee ook de uitgangsspanning van IC1. De regeltransistor
T2 zal dan ook evenredig meer spanning op zijn emitter vertonen.
Dit proces loopt evenredig met de tijd door, totdat de uitgangspanning, gedeeld door de
instelbare verhouding van de weerstanden R54, P3 en R55, gelijk wordt aan 5,0V. Deze
spanning verschijnt dan op de min-ingang (pootje 2) van IC1. Op de plus-ingang (pootje 3)
wordt door IC2 een gestabiliseerde spanning van 5,00V aangeboden.
Nu is de uitgangspanning op de emitter van T2 zo ver gestegen dat IC1 in staat is om de
uitgangsspanning van de gehele schakeling bij te regelen en constant te houden (gelijk aan
12,6V). Daarmee is de stabilisatieregeling in zijn invangbereik gekomen en blijft vervolgens de
uitgangsspanning constant.
De essentie van deze schakeling is dus: IC1 krijgt een voedingsspanning via T1 die langzaam
in de tijd toeneemt. Evenredig daarmee neemt de uitgangsspanning van de gehele schakeling
langzaam toe in de tijd, totdat de uitgangsspanning door IC1 gevangen wordt en constant blijft
(ook al stijgt ondertussen de voedingsspanning van IC1 verder tot een zekere grenswaarde).
Gloeidraden op +47V ten opzichte van aarde
In het analoge signaaldeel van de voorversterker staan steeds twee buisjes boven elkaar,
hetzij in de SRPP schakeling, hetzij in de door mij ontwikkelde "identieke inwendige
weerstand" schakeling. Dit betekent dat de kathode van de bovenste buishelft steeds
ongeveer op 100V staat, terwijl de kathode van de onderste buishelft steeds op ongeveer 0V
staat. De gloeidraden staan vlak bij deze kathodes en dienen een spanning te hebben die zo
dicht mogelijk bij beide spanningen (0V en 100V) staat. Daarom is de gehele
gloeidraadspanning van 12,6V als totaal opgetild naar 47V (de ontwerpwaarde was natuurlijk
50V, maar praktische keuze van E12 weerstanden legde de waarde op 47V).
Deze optilling ten opzichte van aarde gebeurt door de weerstanden R65 en R66 (met buffering
door C67), terwijl het midden van de 12,6V-spanning op het 47V niveau gebracht wordt door
de weerstanden R56 en R57 met buffering door de condensatoren C60 en C61.
De condensatoren C60,61,67 hebben als hoofdtaak om de gloeidraden voor
audiowisselspanning kort te sluiten, zodat via de gloeidraden geen storende wisselstromen
naar de desbetreffende kathodes kunnen lopen. Ook zorgen deze condensatoren voor een
aanvullende ontkoppeling tussen de buizen, waardoor via de gloeidraden geen overspraak
tussen de verschillende buizen kan ontstaan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave