UITLEG OVER de voedingsprint
- achtergrond van de schakeling -
Tijdens het bouwen van de versterker kunt u deze uitleg overslaan. Achteraf zal het handig
zijn (als u modificaties aan wilt brengen bijvoorbeeld, of als de voeding niet goed werkt) om
inzicht te hebben in de werking en het speciale karakter van de voedingsschakeling.
Het schema van de voeding (zie aan het begin van de bouwhandleiding) wordt als leidraad
gebruikt.
Netspanning 230V of 115V bij 50 of 60 Hz
In de bouwhandleiding is tot nu toe uitgegaan van een netspanning van 230 V. In het schema
staat hoe de primaire draden aangesloten moeten worden bij een netspanning van 115 V. De
twee primaire wikkelingen staan dan parallel, wat betekent: roze aan wit en zwart aan bruin.
Dus de bedrading wijzigt dan zo dat aan de ene soldeerpoot van S1 twee draden komen (roze
en wit) terwijl aan de andere soldeerpoot van S1 de zwarte en bruine draden gesoldeerd
worden.
De voedingstransformator is dusdanig ruim ontworpen, dat deze niet in verzadiging kan gaan
bij 50 Hz lichtnet frequentie (60 Hz is nooit een probleem). Ook is er nog extra 'ruimte' in de
magnetische kern beschikbaar voor eventuele gelijkspanning op het lichtnet, die anders
gemakkelijk aanleiding zou kunnen geven tot een brommende/zoemende trafo.
Invangbereik (capture range) van de voeding
De stabilisatie van de gloeidraadspanning (12,6 V) is zo gedimensioneerd, dat deze
schakeling volledig in bedrijf gaat als de netspanning groter wordt dan 180 V (of groter dan 90
V voor het geval van de 115 V netspanningsaansluiting, zie hierboven).
De achterliggende ontwerpgedachte is: of men deze versterker nu in Japan (100V
netspanning) of in Engeland (240V netspanning) of waar dan ook ter wereld gebruikt, altijd
moet de stabilisatieschakeling correct werken. Anders zou immers bij te lage netspanning de
gloeidraadspanning een rimpel vertonen, en dat zou hoorbaar zijn aan brom in het
uitgangssignaal van de versterker.
Op dezelfde manier is ook de hoogspanning (200V) met stabilisatie volledig actief in werking
bij een netspanning vanaf 180 V. Dezelfde argumentatie als hiervoor gegeven geldt ook voor
deze hoogspanning.
De 24V gelijkrichting en afvlakking zijn niet gestabiliseerd. Dat heeft deze spanning ook niet
nodig, en daardoor is dit gedeelte van de voeding nagenoeg onafhankelijk van de grootte van
de netspanning. De enige eis was het uitgangsrelais Re, dat bij 180V netspanning al in- en
uitgeschakeld moet kunnen worden. Dit is het geval.
Hiervoor is al aangegeven dat de voedingstransformator Tr1 ruim ontworpen is. Dat was nodig
voor het brede bereik van netspanningen dat de voedingstransformator moet kunnen
verwerken. Tevens was de eis dat gelijkspanning op het lichtnet (de grote oorzaak van
trafobrom) deze transformator niet in de verzadiging mocht sturen.
Samenvattend: de dimensionering van de voeding is zo gedaan dat een brede range van
netspanning verwerkt kan worden: van 90 tot 120 Volt en van 180 tot 240 Volt.