Sensepoint XCD RTD Technische handleiding
1 Veiligheid
Zorg ervoor dat deze technische handleiding is gelezen en begrepen VOOR de apparatuur wordt
geïnstalleerd, bediend, onderhouden. Alle waarschuwingen in het document zijn hier vermeld
en worden herhaald aan het begin van het betreffende hoofdstuk in deze technische handleiding.
Waarschuwingen worden vermeld in de hoofdstukken waar ze van toepassing zijn.
De Sensepoint XCD RTD is ontworpen voor installatie en gebruik in explosiegevaarlijke
zones 1 of 2 in veel landen, inclusief Europa, en Klasse 1, Zone 1 en Klasse 1, Divisie 2,
Groepen B, C en D explosiegevaarlijke gebieden in Noord- en Zuid-Amerika.
De installatie moet gebeuren conform de geldende normen van de bevoegde overheid in
Voor installaties in Noord- en Zuid-Amerika waarbij buizen worden gebruikt, raadpleegt u
Sensepoint XCD RTD controletekening 3001EC088 in deel 17.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden mag alleen opgeleid personeel de detector
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet men steeds nagaan of alle lokale
regels en procedures van de locatie zijn gevolgd. De geldende normen moeten worden
gevolgd om de algemene certificatie van de detector te behouden.
Bij gebruik van een antihechtende samenstelling moeten de draden licht worden
behandeld met een goedgekeurde siliconenvrije samenstelling, zoals bijv. petrolatum.
Om het risico van ontsteking in gevaarlijke atmosferen te verminderen, declassificeert
u de zone of koppelt u de apparatuur los van de voeding voordat u de detectorbehuizing
opent. Houd de module goed gesloten tijdens het gebruik.
Probeer in een potentieel gevaarlijke omgeving nooit een aansluitdoos/behuizing te
openen of de sensor te vervangen/terug te zetten terwijl de stroomtoevoer naar de
Voor de elektrische veiligheid en om radio-interferentie te beperken moet de detector
geaard zijn. Er zijn aardingspunten voorzien aan de binnen- en buitenkant van de
eenheid. De interne aarding moet worden gebruikt als primaire aarding voor de
apparatuur. De externe aansluiting is alleen een extra aardaansluiting voor waar lokale
autoriteiten een dergelijke aansluiting toestaan of vereisen.
Zorg ervoor dat alle afschermingen / instrumentaarde / storingsvrije aardingsbedrading
geaard zijn op één punt (aan de controller of detector - MAAR NIET BEIDE) om valse
metingen of alarmen door potentiaalaarding/aardingslussen te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het werken met de sensors. Deze kunnen immers corrosieve
Probeer de sensor nooit te saboteren of te demonteren.
Stel het apparaat niet bloot aan temperaturen buiten het geadviseerde bereik.
Stel sensors niet bloot aan organische oplosmiddelen of brandbare vloeistoffen.
Als elektrochemische sensors voor zuurstof en toxisch gas zijn opgebruikt, moeten
deze op een milieuvriendelijke wijze worden verwijderd. Dit moet gebeuren conform de
plaatselijke bepalingen voor afvalverwerking en de milieuwetgeving.
Oude vervangbare sensors mogen ook worden geretourneerd naar Honeywell Analytics.
Verpak deze goed en markeer deze duidelijk voor milieuvriendelijke afvalverwerking.
Elektrochemische sensoren mogen NIET worden verbrand, omdat daarbij schadelijke
Neem bij de installatie de plaatselijke of landelijke voorschriften in acht. Voor Europa
Alleen beoordeeld voor ATEX voor ontstekingsrisco's.
De Sensepoint sensor gaat gepaard met een elektrostatisch risico. Niet wrijven en niet met
oplosmiddelen reinigen. Reinig de sensor met een vochtige doek. Snelle luchtstromen en
stofrijke omgevingen kunnen gevaarlijke elektrostatische ladingen veroorzaken.
Deze apparatuur is zo ontworpen en gebouwd, dat ze voorkomt dat er zich
ontstekingsbronnen vormen, zelfs in geval van regelmatige verstoringen of
Opmerking: Zorg ervoor dat er een zekering met de juiste waarde wordt gebruikt in
het regelsysteem voor gasdetectie om de stroomtoevoer van de Sensepoint XCD RTD
te beschermen tegen schade.
WAARSCHUWINGEN
het betreffende land.
openen.
transmitter ingeschakeld is.
oplossingen bevatten.
dampen kunnen vrijkomen.
zie EN60079-29-2, EN60079-14 en EN61241-14.
werkingsfouten van de apparatuur.
SPXCDHMRTEN Uitgave 3_10-2013
2