S
CHAKEL DE PRINTER IN
Controleer of de printer is ingeschakeld:
1
Klik op
, of klik op Start en Uitvoeren.
2
Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren.
3
Druk op Enter of klik op OK.
De printermap wordt geopend.
4
Klik met de rechtermuisknop op de nieuwe printer en kies Printer online gebruiken in het menu.
5
Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten en probeer opnieuw af te drukken.
S
ELECTEER DE DRAADLOZE PRINTER
U moet wellicht de draadloze printer selecteren op uw computer om de printer draadloos te kunnen gebruiken.
1
Klik op
, of klik op Start en Uitvoeren.
2
Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren.
3
Druk op Enter of klik op OK.
De printermap wordt geopend.
4
Klik met de rechtermuisknop op de printer in de map met dezelfde naam en hetzelfde modelnummer, gevolgd
door (Netwerk).
5
Selecteer Printer online gebruiken in het menu.
6
Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten en probeer opnieuw af te drukken.
S
ELECTEER DE DRAADLOZE POORT
Als u de printer eerder als lokaal aangesloten printer hebt geconfigureerd, moet u wellicht de draadloze printer
selecteren om de printer draadloos te gebruiken.
1
Klik op
, of klik op Start en Uitvoeren.
2
Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren.
3
Druk op Enter of klik op OK.
De printermap wordt geopend.
4
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of
Printereigenschappenin het menu.
5
Klik op de tab Poorten.
6
Zoek de geselecteerde poort op. Er staat een vinkje in de kolom Poort naast de geselecteerde poort.
7
Als in de kolom Beschrijving wordt aangegeven dat de geselecteerde poort een USB-poort is, bladert u door
de lijst en selecteert u de poort waarvoor Printerpoort wordt vermeld in de kolom Beschrijving. Controleer het
printermodel in de kolom Printer en ga na of u de juiste printerpoort hebt geselecteerd.
8
Klik op OK en druk nogmaals af.
Problemen oplossen
149