Wanneer uw airconditioner buiten de volgende temperatuurbereik wordt gebruikt, kunnen bepaalde
beveiligingsfuncties worden geactiveerd en kan het apparaat worden uitgeschakeld.
Kamertemperatuur
(32 °F - 122 °F)
Buitentemperatuur
(Voor modellen met
koelsystemen met
lage temperatuur.)
(32 °F - 126 °F)
(Voor speciale
tropische modellen)
Kamer
17 °C-32 °C (62 °F-90 °F)
18 °C-43 °C (64 °F-109 °F)
-7 °C-43 °C (19 °F-109 °F)
(Voor modellen met koelsystemen met lage
Buitenshuis
18°C-52°C (64°F-126°F)
(Voor speciale tropische modellen)
NOTITIE:
oppervlak van de airconditioner condensatie aantrekken. Stel het verticale luchtstroomrooster in op de maximale
hoek (verticaal op de vloer) en stel de modus HIGH fan in.
Houd deuren en ramen gesloten.
Blokkeer geen luchtinlaten of -uitlaten.
17 °C - 32 °C
0 °C - 30 °C
(62 °F - 90 °F)
(32 °F - 86 °F)
0 °C - 50 °C
-15°C - 24°C
-15 °C - 50 °C
(5°F - 75°F)
(5°F - 122 °F)
0 °C - 52°C
temperatuur)
VOOR BUITENUNITS MET
BASEPANVERWARMING OF
CRANKCASEVERWARMING
10°C - 32°C
Als de buitentemperatuur lager
(50 °F - 90 °F)
is dan 0 °C (32 °F), raden
we ten zeerste aan om het
apparaat altijd aangesloten
te houden om soepele,
doorlopende prestaties te
garanderen.
0 °C - 50°C
(32 °F - 122 °F)
0 °C - 52°C
(32 °F - 126 °F)
(Voor speciale
tropische modellen)
0 °C-30 °C
10 °C-32 °C (50 °F-90 °F)
(32 °F-86 °F)
11 °C-43 °C (52 °F-109 °F)
18 °C-43 °C (64 °F-109 °F)
-7 °C-24 °C
(19°F-75°F)
18 °C-52 °C (64 °F-126 °F)
(Voor speciale tropische
modellen)
Pagina 9