Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voor De Installateur; Installatievoorschriften; Installatie; Wateraansluiting - A.O. Smith COF 199 B Installatie- En Gebruikersinstructies

Warmwatervoorraadtoestellen
Inhoudsopgave

Advertenties

2. VOOR DE INSTALLATEUR

Gebruik, indien mogelijk, voor het verplaatsen van
het toestel een steekwagen of heftruck.
Het toestel uitsluitend in verticale positie vervoeren.
Men dient er op toe te zien dat de benodigde
verbrandingslucht niet aangezogen wordt uit ruimten
waar chemische stoffen opgeslagen liggen of gebruikt
worden. Sommige drijfgassen, bleekmiddelen,
ontvettingsmiddelen e.d. verspreiden dampen die ver-
snelde corrosie veroorzaken. Indien het toestel gebruikt
wordt in een ruimte waar zulke stoffen aanwezig zijn,
dan vervalt het recht op garantie.
2.1

Installatievoorschriften

Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd
worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste lande-
lijke en plaatselijke ventilatievoorschriften. De
opstellingsruimte moet vorstvrij zijn of tegen vorst bevei-
ligd zijn.
De volgende afstanden dienen in acht genomen te
worden:
-
Zijkanten van het toestel : 50 cm
(vrije ruimte voor de bereikbaarheid van de hand
gaten)
-
Achterkant van het toestel : 50 cm
-
Rondom afvoerbuis: 15 cm
-
Voorzijde van het toestel : 100 cm
(vrije ruimte voor het uitnemen van de ventilator
brander)
-
Bovenzijde van het toestel : 120 cm
(vrije ruimte om anodes en wervelstrips uit te kunnen
nemen bij onderhoud en reiniging)
Bij houten en kunststof vloeren dient het toestel op
een vuurvaste ondergrond geplaatst te worden. Wan-
neer het toestel in een gesloten ruimte zonder vensters
wordt geplaatst, dient voor toevoer van voldoende verse
lucht te worden gezorgd. Onvoldoende luchttoevoer kan
leiden tot brand, explosie of verstikking. Raadpleeg de
landelijke en plaatselijke voorschriften.

2.1.1 Installatie

De installatie dient te geschieden overeenkomstig
de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van
gas-, waterleidings-, elektriciteitsbedrijven en brand-
weer, door een erkend installateur.

2.1.2 Wateraansluiting

De maximaal toegestane bedrijfsdruk van het toestel
bedraagt 8 bar. Overeenkomstig de geldende voorschrif-
ten moet het toestel koudwaterzijdig van een
afsluitkraan en een goedgekeurde inlaatcombinatie
voorzien worden. De inlaatcombinatie dient zo dicht
mogelijk bij het toestel gemonteerd te worden. Tussen
inlaatcombinatie en het toestel mag nooit een afsluiter
of terugslagklep geplaatst worden. Er moet een goedge-
keurd reduceertoestel geplaatst worden bij een
waterleidingdruk van meer dan 8 bar. De overdrukzijde
van de inlaatcombinatie moet op een open waterafvoer-
leiding aangesloten worden. Isolatie van lange leidingen
voorkomt onnodige energieverspilling. Om extra veilig-
heid te creëren kan een temperatuur- en drukveiligheid
(ontlastventiel), afgesteld op 98°C - 10 bar,
geïnstalleerd worden in de daartoe aangebrachte ope-
ning
aan de voorzijde van het toestel. Verder verdient het
aanbeveling manometers te installeren, teneinde de
goede werking van het ontlastventiel te kunnen controle-
ren.
Afhankelijk van de lengte en isolatie van de waterlei-
ding, alsmede de tapfrequentie, kan het noodzakelijk
zijn een circulatiesysteem op de aftapkraan aan te slui-
ten, (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3: Aftapkraan
Afhankelijk van het tappatroon (b.v. vaak kleine hoeveel-
heden aftappen) kan het noodzakelijk zijn om het
water in het toestel te circuleren. Dit om gelaagdheid
van de watertemperatuur te voorkomen. Wij raden U
aan om, indien zulke tappatronen zich voordoen, hier-
voor een rondpompsysteem te installeren, (zie afbeel-
ding 4).
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cof 245 bCof 315 bCof 385 bCof 455 bCof 700 b

Inhoudsopgave