Inhoudsopgave
Advertenties
GEVAAR
Na de eerste 1000 km (625 mijl) van
functionering, laat dan een controle
uitvoeren uit de kolom "einde inrijden"
v a n h e t s c h e m a v a n p e r i o d i s c h
onderhoud, zie pag. 49 (HET ROUTINE-
ONDERHOUD: SCHEMA), om zo schade
aan uzelf, anderen en/of het voertuig te
voorkomen.
Tussen de eerste 1000 km (625 mi) en
u
2000 km (1243 mi) mag u afwisselender
rijden, de snelheid afwisselen, en af en
toe het motortoerental kort optrekken om
de componenten beter op elkaar af te
stemmen; overschrijd nooit een toerental
van 6000 toeren/min (rpm) (zie tabel).
Na 2000 km (1243 mijl) kunt u hogere
u
prestaties van de motor verlangen,
z o n d e r e v e n w e l h e t m a x i m a a l
toegestane toerental te overschrijden
[7600 toeren/min (rpm)].
Voorgeschreven maximaal
motortoerental
Aantal km (mi)
0 √ 1000 (0 √ 625)
1000 √ 2000 (625 √ 1243)
meer dan 2000 (1243)
STOPPEN
V e r m i j d i n d i e n m o g e l i j k b r u u s k
stoppen, plots vertragen en remmen op
het laatste moment.
De gashendel (1) (stand A) loslaten,
u
geleidelijk aan remmen en tegelijkertijd
t e r u g s c h a k e l e n n a a r d e l a g e r e
v e r s n e l l i ng e n o m d e s n e l h e id t e
minderen, zie pag. 41 (START EN
RIJVAARDIGHEID).
Ga, zodra de snelheid is geminderd, als
tpm (rpm)
volgt te werk vóór u de motorfiets stopt:
Trek de koppelingshendel (2) aan om te
u
5000
voorkomen dat de motor stilvalt.
6000
Als het voertuig stil staat:
7600
De versnelling in neutraal zetten (groen
u
lampje "
Laat de koppelingshendel (2) los.
u
Houd in geval van kortstondig halt houden
u
minstens één rem aangetrokken.
GEVAAR
" aan).
PARKEREN
Het kiezen van de juiste parkeerplaats is
e r g b e l a n g r i j k . L e t d a a r b i j o p d e
v e r k e e r s b o r d e n e n d e n a v o l g e n d e
aanwijzingen.
GEVAAR
Parkeer de motorfiets op een stevige en
effen ondergrond om te voorkomen dat
hij omvalt.
De motorfiets niet tegen een muur
zetten of plat op de grond leggen.
Z o r g d a t d e m o t o r f i e t s e n i n h e t
bijzonder de gloeiende delen ervan
geen gevaar vormen voor personen en
kinderen. Laat de motorfiets nie t
onbeheerd achter met de motor aan of
m e t
h e t
s l e u t e l t j e
n o g
contactschakelaar.
GEVAAR
Als de motorfiets valt of overmatig helt,
kan brandstof wegstromen.
De brandstof die gebruikt wordt voor
v e r b r a n d i n g s m o t o r e n i s u i t e r s t
o n t v l a m b a a r e n k a n i n b e p a a l d e
omstandigheden explosief worden.
OPGELET
Laat uw gewicht of dat van de passagier
niet op de zijstandaard rusten.
gebruik en onderhoud Breva
i n
d e
45
Advertenties
Inhoudsopgave
