Aanbrengen van het montageframe
Speciaal dak
Voorbereiding en controleren
van het dak
Controleer het dak op volgende
punten:
−
Dichtheid en toestand
controleer of het dak dicht en in
goede toestand is. Een daksa-
nering mag niet in de nabije toe-
komst.
Vervang de beschadigde dakbe-
dekking welke onder het collec-
tor veld zullen komen, deze is
niet meer bereikbaar na monta-
ge van de collector.
Bevestiging punten bepalen
Rekening houdend met:
−
Het collector veld indien moge-
lijk schaduwvrij plaatsen.
−
De leidingen dienen zo kort mo-
gelijk te zijn en direct naar de
pompgroep en boiler te leiden
−
De opstelling gebeurd niet direct
aan de dakrand, om de windlast
zo klein mogelijk te houden
rondom de collector
Minimumafstand :
bij hogere gebouwen en vrije
opstellingen groter.
30
−
Belasting van het dak
controleer als het dak een be-
lasting toelaat van 25 kg/m².
−
Voldoende stabiliteit van de dak-
elementen waarop het montage-
systeem wordt verankert :
Controleer de toestand van de
dakspanten (voor houtvijzen en
dakhaken) dakplaat goed be-
vestigd
−
De afstand van de nok bedraagt
minimum 0,5 m.
−
De afstand B van het tweede
bevestigingspunt exact:
rechtstaand : 206 cm
dwars :
−
Bevestigingspunten horizontaal
zo uitzetten dat deze zo gelijk-
matig mogelijk verdeeld zijn:
1,0 m;
Randeinde E:
rechtstaand : 10 - 40 cm
dwars :
Afstand bevestigingspunt A:
rechtstaand : 50 - 120 cm
dwars :
Bij metaalplaat dak op elk rib
een klem voorzien.
106 cm
20 - 80 cm
140 - 210 cm