Het instellen van de oliepomp
STOP
De oliepomp is instelbaar. Het
instellen gebeurt door de
schroef met een
schroevendraaier te draaien.
Wordt de schroef met de
wijzers van de klok mee
gedraaid wordt de olietoevoer
groter, wordt de schroef tegen
de wijzers van de klok
ingedraaid wordt de
olietoevoer kleiner.
!
! WAARSCHUWING! Bij het instellen mag de
motor niet draaien.
Koelsysteem
STOP
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de zaag
uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1. Luchtinlaat in de
starter.
2. Luchtgeleidingsrail
3. Ventilatorschoepen
op het vliegwiel.
4.
Koelflenzen op de
cilinder.
Maak het koelsysteem één
keer per week schoon met
een borstel. Dit moet vaker
gebeuren wanneer u in
moeilijke omstandigheden
werkt.
Een vuil of verstopt koelsysteem leidt tot oververhitting
van de zaag waardoor de cilinder en zuiger beschadigd
kunnen worden.
ONDERHOUD
1
2
3
4
Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften
opgesomd. Neem contact op met uw dealer indien u meer
informatie behoeft.
Dagelijks onderhoud
1.
Controleer of de delen
van de gashendel goed
werken.
(Gashendelvergrendeling
en gashendel.)
2.
Controleer de
kettingvanger op
beschadigingen en
vervang indien nodig.
3.
Maak het luchtfilter
schoon of vervang het
indien nodig.
4.
Het zaagblad moet voor
evenwichtig afslijten
dagelijks worden
omgekeerd. Controleer of
de smeeropening niet
verstopt is. Maak de groef
schoon. Smeer de poelie
van het zaagblad.
5.
Controleer of van de
ketting en het zaagblad
voldoende olie krijgen.
6.
Slijp de ketting en
controleer de conditie en
de spanning. Controleer
het kettingwiel op
abnormale slijtage.
Vervang indien nodig.
7.
Maak de luchtinlaat van
de starter schoon.
Controleer de starter en
het starterkoord.
8.
Controleer of de moeren
en schroeven aangehaald
zijn
9.
Controleer of de stophen-
del werkt.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
STOP
Nederlands –
33