Programmering
Veelgebruikte functies kunt u programmeren onder een van de
functietoetsen A - N van uw toestel of van een daarop aangesloten
uitbreidingsmodule.
• Druk op
.
PROG
• Druk op
.
TOETS
• Druk op de te programmeren functietoets.
• Toets de functiecode in eventueel met aanvullende informatie, zie de
tabel hierna.
• Druk nogmaals op de te programmeren functietoets.
• Druk op de C-toets om de procedure af te sluiten.
De functietoetsen hebben twee niveaus. U kunt onder een bepaalde
toets zowel een functie als een individueel verkort nummer
programmeren. Noteer de functie of een naam voor het verkorte
nummer op het notitiekaartje, de functie boven de stippellijn, het
verkorte nummer daaronder. Als u een functietoets programmeert die al
een functie heeft, dan wordt dat getoond in het display. U kunt deze
functie overschrijven met een nieuwe of de programmering afbreken.
Functie
Naamtoets
Nakiezen
Netlijn*
Supervisie
Intercom
Omroep*
R-toets*
Bezet lijn 2
Code
Aanvulling
10
toestelnummer
11
4 wachtrij
5 automatisch terugbellen
6 call pick-up
7 paging
8 opschakelen
12
netlijnnummer
13
Toestelnummer
14
Toestelnummer
15
Groepsnummer
25
26
41
41
Belsignaal
0 - 4
0 - 4
0 - 4