De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch
worden ingesteld door de camera.
1
Draai de modusdraaiknop naar p.
2
Stel de gewenste opties in.
(Bekijk 'Opnameopties' voor een lijst met opties.)
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
41
Uitgebreide functies