TZIDC-200 DIGITALE STANDSTELLER | CI/TZIDC-200/C-FM-US-NL REV. B
Standaard zelfkalibratie
Aanwijzing
De standaard zelfkalibratie leidt niet altijd tot het optimale
regelresultaat.
Standaard zelfkalibratie voor lineaire aandrijvingen*
1. MODE indrukken en ingedrukt houden tot ADJ_LIN afgebeeld
wordt.
2. MODE indrukken en ingedrukt houden tot de countdown is
afgelopen.
3. MODE loslaten, standaard zelfkalibratie wordt gestart.
Standaard zelfkalibratie voor zwenkaandrijvingen*
1. ENTER indrukken en ingedrukt houden tot ADJ_ROT
afgebeeld wordt.
2. ENTER indrukken en ingedrukt houden tot de countdown is
afgelopen.
3. ENTER loslaten, standaard zelfkalibratie wordt gestart.
Bij een succesvolle standaard zelfkalibratie worden de
parameters automatisch opgeslagen en keert de standsteller
terug naar bedrijfsmodus 1.1.
Als tijdens de standaard zelfkalibratie een fout optreedt, wordt
het proces met een foutmelding afgebroken.
Bij het optreden van een fout de volgende stappen doorlopen:
1. De bedieningstoets of gedurende ca. 3 seconden
indrukken en ingedrukt houden.
Het apparaat schakelt om naar de werkinterface, in
bedrijfsmodus 1.3 (handmatige verstelling in het meetbereik).
2. De mechanische bevestiging overeenkomstig Standaard
zelfkalibratie op pagina 33 controleren en de standaard
zelfkalibratie herhalen.
*
De nulpuntstand wordt bij de standaard zelfkalibratie automatisch bepaald
en opgeslagen, voor lineaire aandrijvingen linksdraaiend (CTCLOCKW) en
voor zwenkaandrijvingen rechtsdraaiend (CLOCKW).
Parametreervoorbeeld
"Nulpuntstand van het LCD-display wijzigen van rechtsom
draaiende aanslag (CLOCKW) in linksom draaiende aanslag
(CTCLOCKW)"
Uitgangssituatie: de standsteller werkt in de werkinterface in de
busmodus.
1. Naar het configuratiescherm gaan:
•
en gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden,
daarbij kort ENTER indrukken,
•
•
wacht tot de countdown van 3 tot 0 is afgelopen,
•
en loslaten.
Op het display wordt nu het volgende weergegeven:
2. Naar parametergroep 3 gaan:
MODE en ENTER gelijktijdig indrukken en ingedrukt
•
houden,
•
daarbij 2x kort indrukken,
Op het display wordt nu het volgende weergegeven:
MODE en ENTER loslaten.
•
Op het display wordt nu het volgende weergegeven:
3. Parameter 3.2 kiezen:
MODE indrukken en ingedrukt houden,
•
•
daarbij 2x kort indrukken,
Op het display wordt nu het volgende weergegeven:
— MODE loslaten.
33