2
Kadreer een foto
Stap
2.
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van
objectief, flitser, AF-hulpverlichting, microfoon en
luidspreker.
De flitser gebruiken
In situaties waarin u gebruik wilt maken van de flitser, bijvoorbeeld op donkere plekken of bij
tegenlicht, drukt u op de knop m (pop-up flitser) om de flitser omhoog te klappen.
Als de flitser is ingeklapt, wordt W weergegeven om aan te geven dat de flitser niet afgaat.
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als
deze niet wordt gebruikt.
16
Opnemen en weergeven